Wie vanavond de eerste halve finale van het Eurovisiesongfestival volgt, zal ongetwijfeld een traantje weggepinkt hebben. Niet zozeer door de optredens van de deelnemende artiesten, wel door de ode die vanuit de arena in Malmö aan de betreurde Nicole Josy gebracht werd. De wederhelft van Hugo Sigal overleed anderhalf jaar geleden, op 4 november 2022.

Nicole en Hugo krijgen tijdens deze 68^e editie van het Songfestival gerechtigheid voor hun laatste plaats in 1973 met Baby Baby. ‘Ze waren de allereersten die zang combineerden met dans op het Songfestival. Daarvoor werden ze beloond met een laatste plaats’, grapt presentatrice Malin Åkerman. Vervolgens krijgen we de legendarische beelden met de paarse outfits nog een keer te zien. In een interview met Gazet van Antwerpen maakte Hugo vandaag overigens bekend dat de iconische pakjes samen met Nicole gecremeerd werden.

Ineens drong het door dat ik niet alleen afscheid nam van Colleke, maar ook van Nicole & Hugo. Ik zou nooit meer ‘Goeiemorgen morgen’ of ‘Baby, Baby’ zingen. Dat deed me denken ann onze iconische paarse kostuums. Ik wilde dat ze voor altijd bij Colleke bleven. Net voor de kist werd gesloten, heb ik de kostuums bij haar gelegd. Dat voelde voor mij juist aan. (Hugo Sigal)

Wanneer Åkerman zich na de beelden rechtstreeks tot Hugo richt, houden we het niet meer droog. De blondine staat stil bij de impact die Nicole en Hugo op het Songfestival hebben gehad en spreekt Hugo toe vanuit de arena. ‘We zullen Nicole nooit vergeten’, klinkt het hartverwarmend. Een bijzonder mooi gebaar van de Zweedse omroep SVT.

Hieronder kan je het eerbetoon uit de eerste halve finale bekijken:

Reactie Hugo

Een geëmotioneerde Hugo Sigal reageerde telefonisch bij Radio2:

‘Ik gaf ’s avonds nog zangles, maar stopte speciaal vroeg om te kunnen kijken. Het was zo mooi en het raakt me enorm dat ze ons als pioniers zien. ‘Ons Colleke’ zou zo trots zijn. Toen we in 1973 de andere kandidaten bezig zagen, wisten we dat we zouden opvallen met onze danspasjes. We wisten alleen niet dat we de allereerste ooit waren die dat deden.’