De deelname van de meiden van O’G3NE aan het Eurovisiesongfestival 2017 in Kiev zou wel eens een volledige familieaangelegenheid kunnen worden. Hun vader, Rick Vol, werkt namelijk zelf aan een potentiële inzending. Vader Rick zorgde al voor hun grootste hit, Magic. De Nederlandse delegatie benaderde ook andere songschrijvers, er werden zelfs al twee speciale writers camps georganiseerd.

De zussen praatten over hun zoektocht naar het perfecte liedje in een interview met het Nederlandse weekblad Story: ‘We willen graag een ballade zingen. Onze vader schrijft ook een liedje, maar dat wil niet zeggen dat hij de meeste kans maakt. We zijn professioneel genoeg om objectief naar de nummers te luisteren.’ Het is wel zo dat Rick Vol al verschillende liedjes voor zijn dochters schreef, dus het is geen verrassing dat hij in zijn pen is gekropen.

‘Indrukwekkende songs’ 

Het team achter de Nederlandse songfestivalinzending focust niet enkel en alleen op de song van Papa O’G3NE . De voorbije dagen werden er twee speciale writers camps georganiseerd waarop zowel nationale als internationale componisten hun liedjes voorstelden aan Lisa, Shelley en Amy. O’G3NE plaatste op Facebook een groepsfoto. Ze hebben tijdens het camp “prachtige, vette en indrukwekkende” songs gehoord. Slechts één liedje zal gebombardeerd worden tot de inzending voor Kiev. In mei 2017 willen ze niet meteen een album uitbrengen. ‘We zien onze deelname niet als iets commercieels. We gaan ernaartoe om te winnen. De rest is bijzaak’, zegt Shelley.

Bekendmaking in februari of maart 

Volgens Songfestivalweblog zal het Nederlandse liedje pas in februari of maart voorgesteld worden.
Ondanks de snelle bekendmaking van hun deelname krijgen ze toch voldoende tijd om zich voor te bereiden: ‘Wij hebben altijd eerlijk gezegd dat we er niet voor waren benaderd. Daar hebben we nooit over hoeven liegen. Op 25 oktober werden we pas door AVROTROS gebeld, twee dagen later werd de knoop doorgehakt. Het was onze voorwaarde dat het meteen bekend zou worden gemaakt. We wilden niet liegen als de vraag weer zou worden gesteld.’