Het 61e Eurovisiesongfestival heeft in totaal 204 miljoen kijkers over heel de wereld weten te bekoren. Dat meldt Eurovision.tv. Het is echter belangrijk om te weten hoe die cijfers correct te interpreteren. (Foto: EBU)

Het cijfer van 204 miljoen ligt vijf miljoen hoger dan dat van vorig jaar, waardoor blijkt dat de wedstrijd nog steeds meer en meer in trek is en ze nog steeds onomstotelijk de meest. Maar het is niet zo dat 204 miljoen mensen de finale hebben gekeken: de twee halve finales én de finale gecombineerd trokken zoveel kijklustigen.

De EBU laat ook nog weten dat de finale van zaterdag 14 mei een gezamenlijk marktaandeel haalde van 36,3%, wat betekent dat ruim een derde van alle Europeanen die op 14 mei ’s avonds televisiekeken, kozen voor het Eurovisiesongfestival. Dat gemiddelde marktaandeel ligt op een normale zaterdagavond op 15,7%, waardoor gerust van een prestatie gesproken mag worden. Het aandeel ligt nog hoger bij de moeilijk te bereiken groep jongeren: van alle mensen tussen vijftien en 24 stemde 42,4% van de televisiekijkers af op het songfestival, opnieuw een stijging ten opzichte van vorig jaar.

Er worden nog enkele voorbeelden aangehaald van landen waar het songfestival dit jaar flink beter presteerde in de kijkcijferlijstjes dan vorig jaar: gastland Zweden, winnaar Oekraïne, rode lantaarn Duitsland en opvallend genoeg IJsland, dat voor het tweede jaar op rij de finale niet eens haalde. Toch haalde de finale daar een marktaandeel van ruim 95%. Zoals we eerder al berichtten was er ook in Vlaanderen een opmerkelijke stijging van hetkijkcijferaantal.

Los van de televisie werden de shows door 2,6 miljoen mensen online gestreamd via de officiële website van het songfestival en YouTube, en werden ze nadien 5,3 miljoen keer on demand teruggekeken via het internet.