Opinie

OPINIEALGEMEEN

‘Liefste Songfestival, is dit het nu?’

Het Eurovisiesongfestival staat in het oog van de storm. Dat brengt heel wat emoties teweeg bij iedereen die het Songfestival een warm hart toedraagt. Uiteraard ook binnen onze redactie. Jasper Van Biesen schrijft zijn emoties van zich af in een persoonlijke opinie verpakt als liefdesbrief.

Liefste Songfestival, is dit het nu?

Ik schrijf je in de je-vorm omdat jij voor mij nooit gewoon ‘een tv-show’ was. Jij was een persoon. Een jaarlijkse afspraak. Een veilige plek waar ik even kon ademen wanneer de echte wereld te hard binnenkwam.

Bij jou stond positiviteit centraal, niet als naïeve gedachte, maar als keuze: voor licht, om samen te vieren, voor het idee dat verschillen mooi kunnen klinken. In jou kwam alles samen waar ik van hield: muziek, show, theater, onbeschaamde emotie. Jij was mijn ontsnapping en ik heb je daar lief om gehad zoals Hugo zijn Nicole liefhad.

Ik vergeet nooit mijn eerste keer in de zaal in 2018. Dat gevoel dat de arena trilde nog voor de eerste noot. Het besef: dit is echt, ik bén hier.

Ik vergeet ook nooit hoe ik bijna in mijn tv-scherm kroop van spanning toen Conchita won. Het voelde alsof ik zelf ook won. Niet omdat ik erbij hoorde, maar omdat jij me liet geloven dat zo’n moment voor iedereen iets betekent.

Weet je nog hoe België ooit zong over Soldiers of Love? Over liefde die je afvuurt als vuurwerk, niet om te verwonden maar om te verbinden. Ik heb dat geloofd, omdat het paste bij wat jij me leerde: dat liefde iets collectiefs kan zijn.

Kijk waar ik nu sta. Als ik jou vandaag zie, voel ik niet langer liefde die wordt afgevuurd. Ik voel verdeeldheid, onbegrip en zelfs haat. Alsof jij het decor bent geworden voor een strijd die niet meer wil luisteren.

Ik weet dat jij nooit alleen maar show was. Jij bent politiek, al van in je oorsprong: een continent dat na oorlog een microfoon omhoog hield om niet meer te moeten schieten. Dat is jouw hart. Maar de laatste tijd lijkt het alsof je dat hart niet meer durft te laten kloppen. Alsof je bent gekaapt door mediahetze, polarisatie, het gemak van goed-tegen-kwaad.

Midden in die storm staat de EBU – jouw leiding, jouw geweten op papier – die dit niet alleen laat gebeuren, maar mogelijk máákt. Jaar na jaar.

Dit had niet gehoeven. Het had voorkomen kunnen worden met moed en menselijkheid. In plaats daarvan hoor ik holle zinnen als sluikreclame. ‘Het Songfestival is niet politiek.’ Alsof je daarmee de realiteit uit de arena kunt vegen. ‘Omroepen nemen deel, geen landen.’ Alsof niemand ziet hoe vlaggen en regeringen al lang mee op je podium staan. EBU, jullie zeggen het alsof het magie is, maar het is vooral angst. Angst om te kiezen, zelfs wanneer menselijk leed om een keuze schreeuwt.

Die angst sijpelt verder. Ik zie hoe verdeeld de omroepen zijn, hoe velen willen spreken maar zwijgen uit vrees voor gevolgen. Humanity cries en toch hangt er een deken van voorzichtigheid over stemmingen en bestuurskamers. Alsof stilte neutraliteit is.

Dan is er die olifant in de kamer die je niet durft benoemen. Misschien is het mijn liefdesrivaal: ja, Israël. Jij laat me er niet hardop over spreken, terwijl iedereen weet dat het daarover gaat.

Waarom mag het niet? Jij weet dat de Israëlische omroep regels schond. Bijvoorbeeld georganiseerde promotie met overheidssteun, iets wat je intussen zélf verbiedt. Jij weet het. Ik weet het. Europa weet het. Toch doe je alsof je het niet ziet. Alsof je liever je geloofwaardigheid betaalt dan één keer helder te zijn.

Ik heb geprobeerd het te begrijpen. Als journalist zocht ik nuance, als fan zocht ik hoop. Maar wat ik zie, is dat wie regels schendt niet gestraft wordt. Dat uitzonderingen worden getolereerd tot verbintenissen betekenisloos worden.

Dat maakt me boos. Niet omdat ik je haat, maar omdat ik je zo lang verdedigd heb zonder ooit te denken dat ik jou tegen jezelf zou moeten beschermen.

Jij hebt me zó veel gegeven. Vrienden voor het leven, gaststeden die even mijn tweede thuis werden, nachten die blijven blinken in mijn geheugen.

Liedjes die ik nog altijd in mijn lijf draag: Every Way That I Can, Et s’il fallait le faire, 1 Life ... Artiesten die persoonlijke helden blijven: Marco Mengoni, Sertab, Dana International … Jij was mijn bewijs dat op één avond – ongeacht wie je bent – heel Europa samenkwam. 

Daarom doet dit zo pijn. Mijn liefde daalt. De vlam dooft uit. Het ergste is die machteloosheid: als fan moet je toekijken hoe je favoriete plek wordt overgenomen door angst en spelletjes. Dit heeft niemand gewild. Niet de artiesten op het podium. Niet de kijkers. Niet de fans met glitter op hun wangen die jij ooit liet voelen: hier mag je bestaan.

Er komt een moment waarop liefdesverdriet begint te lijken op schaamte. Ik voel het al kruipen. Alsof ik een lover undercover word, ooit een knipoog naar Helena Paparizou, nu iets te echt. Volgend jaar reis ik naar Wenen en ik heb er al spijt van nog voor ik vertrek. Ik durf het bijna niet te zeggen: ik ga naar jou toe terwijl ik bang ben voor wat ik zal voelen als ik er ben.

Look at us now, zong onze Gustaph trots. Maar kijk eens naar de donkere kant die naast die zin is gaan staan. Look at us now, inderdaad. Kijk hoe we bij jou niet meer samen zingen, maar tegen elkaar schreeuwen. Zie nu. 

Alsof dat nog niet genoeg is, voel ik ook een stiller verlies: je wordt een machine. Backing vocals die niet live hoeven, fake applaus, microfoons die worden uitgezet zodat artiesten geen dankwoord kunnen zeggen.

Halve finales zonder jury’s, om ze dan toch terug te halen. Beslissingen die wereldvreemd voelen. Weet je het zelf wel nog? Ik mis je rimpels, je risico’s, je rommelige eerlijkheid. Ik mis dat je je durfde te tonen voor miljoenen ogen.

Ik weet niet of dit nog goed komt, de liefde tussen mij en jou. Ik wíl het geloven. Maar geloof heeft zuurstof nodig en vandaag voelt het alsof jij die zelf wegknijpt.

Toch schrijf ik je dit niet om je af te breken. Ik schrijf je omdat ik je mis. Omdat ik rouw om wat jij was en omdat ik wil dat je terugkijkt naar je fundament: verbinden in plaats van wegkijken, solidariteit die meer is dan een dure slogan. EBU, omroepen, beleidsmakers … heb de moed om je regels te laten betekenen wat ze zeggen. Heb de moed om niet te doen alsof we nu al klaar zijn om Good evening, Europe te horen weerklinken. Nee!

Ik hou nog altijd van je. Dat is misschien wel het meest pijnlijke én hoopgevende: dat ik je nog altijd aanspreek alsof je mij kunt horen. Alsof je nog kunt kiezen wie je wil zijn. Alsof onze relatie nog niet definitief is vastgelegd in een koud en wereldvreemd persbericht.

Liefste Songfestival, is dit het nu?

Liefs
Jasper

Dit is een persoonlijke opinie op naam van de auteur. Heb je zelf een prikkelende opinie over het Songfestival? Laat ze ons weten via [email protected].

Publicité