Opinie
‘Vrede, muziek, cultuur, menselijkheid, politiek: schrap wat niet past’
In dit opiniestuk reflecteert onze lezer Giovanni Chiaverini op de Israëlische Songfestivaldeelname volgend jaar en wat dat kan betekenen. ‘Parallellen met Oekraïne anno 2022 zijn dan ook snel getrokken.’
‘De rechtvaardiging van de EBU om het Heilige Land toch toe te laten op de 70e editie van ons aller geliefde Eurovision klinkt al zo gekend als sommige riedeltjes die Donald Trump afsteekt op zijn Truth Social: “We zijn apolitiek, KAN opereert onafhankelijk van Netanyahu, het is een wedstrijd tussen omroepen…” En ook de verdediging grijpt altijd terug naar haar beproefde recept: “Rusland is toch ook uitgesloten, de kandidaten zwaaien met hun nationale vlag, niet met hun zenderlogo…”
Ik kan ook weer het Songfestival van 1957 aanhalen, toen de delegaties te voet werden begeleid langs de ruïnes van Frankfurt-am-Main, alsof ze voor een avondje muziek in de Große Sendesaal even moesten zien wat de geallieerden met hun bombardementen hadden aangericht.
De oprichting van de EBU zelf in 1950 moest een antwoord bieden op eerdere omroepverbanden die te veel bij het nazisme dan wel het Sovjet-communisme aanleunden. Allemaal argumenten dat een afkeer van de ene politiek de facto ook een politiek is. Maar ik zie een andere realiteit.
Van oplossing naar probleem
Het Eurovisiesongfestival diende als een zalf voor de oorlogswonden uit het verleden. En elk nummer, met zijn excentrieke zangers en zangeressen, goeie beats, opzichtige kostuums, lyrics en gimmicks, waren een erwtje van die zalf.
Net omdat alle kandidaten dezelfde waarde deelden: welke nationaliteit, etniciteit, huidskleur, haarkleur, BMI, mentale beperking of relationele geaardheid je ook hebt, iedereen verdient respect, en dat mag je drie minuten lang uitdragen voor een land dat naar diezelfde waarden handelt.
Maar dat beetje zalf is plots een grote kwak geworden om een nieuwe, verse wonde voor ons toe te dekken. En die wonde is niet zozeer een oorlog die nu plaatsvindt, maar eerder de tekortkomingen van de EBU om ermee om te gaan. Parallellen met Oekraïne anno 2022 zijn dan ook snel getrokken. Zoals een collega me destijds zei: “Ze zouden een miauwende kat op dat podium kunnen zetten, en nog winnen.”
In een slachtofferrol krijg je al snel sympathiestemmen, maar in deze situatie is een beetje politieke finesse misschien welkom. En wordt de raad van bestuur van elke publieke omroep uiteindelijk niet benoemd door de regerende politieke partijen van een land? Apolitiek zijn, het wordt bijna sciencefiction.
Van slachtoffer naar dader
Kalush Orchestra ging backstage andere kandidaten niet pesten. De songtekst of titel van hun nummer moesten niet twee keer aangepast worden. Zelensky kocht geen schermtijd op Times Square om internationaal stemmen te ronselen en ging ook niet lobbyen bij andere omroepen. En ja, dan is er nog het bloedvergieten onder de onschuldige Palestijnse burgerbevolking en de verschillende instanties die spreken van genocide en oorlogsmisdaden. Als je als mens of omroepvereniging die wandaden kunt decimeren tot politiek, douze points.
Maar een onmiskenbaar feit en perfect geldige reden tot exclusie is dat het land al of niet opzettelijk een geopolitieke factor met zich meebrengt. De twee pijlers die de basis vormen van Eurovision, muziek en cultuur, worden hierdoor uit balans gebracht, bedolven. Inwoners van een land die niks van het Songfestival kennen en het niet eens (kunnen) volgen, worden aangespoord te stemmen op Israël, gewoon omdat het Israël is, zonder ook maar één noot van hun lied te hebben gehoord.
Al een geluk dat reclamecampagnes vanuit een overheid nu ‘ontmoedigd’ worden en je maar tien keer op een land kunt stemmen in plaats van twintig. Maar wie niet ziet dat hun aanwezigheid op het Songfestival afbreuk doet aan de muziek en cultuur, en wie denkt dat de onaflatende steun van de Duitse, Oostenrijkse en Italiaanse omroepen aan KAN niks te maken heeft met hun woelige (politieke) geschiedenis jegens Israël, leeft net als EBU-directeur Martin Green, die na de Algemene Vergadering dweepte met “eenheid”, in een roze wolk.
De wil is sterk
Hebben al die prachtige nummers van 1956 tot en met 2023 dan niks teweeggebracht bij hun eigen organisatie? Als oorlog een politieke keuze is, is vrede dat ook. De EBU heeft met één besluit de waarde en betekenis van al die gedenkwaardige songs uitgehold. Ik zal nog steeds vrolijk worden van en luidop meezingen met al die klassiekers, bangers en ballads.
En ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat ik op 13 januari in spanning aan mijn laptop zal zitten, hopend voor het eerst in mijn leven tickets te kunnen bemachtigen. Maar ergens, diep vanbinnen, zal het toch wringen.
Maar de democratie is…
Ongeacht de vreselijke aanslag van 7 oktober 2023 en alle mensenlevens die elk conflict al heeft geëist, is Israël de enige die nu gesterkt wordt om daar in Wenen 2026 winst uit te halen. Misschien politiek, maar zeker niet muzikaal of cultureel. En wie andere motivaties heeft dan muziek en cultuur, of die waarden als strijdmiddel inzet, heeft mijns inziens geen plek op ons beminde podium.
De stemming en uitkomst rond de nieuwe regels en Israëls deelname is in feite zoals de puntentelling tijdens de finale: de jury’s hebben de strijd beslecht, maar met een televoting zouden we medio mei de davidster wellicht niet zien wapperen.’
Dit is een persoonlijke opinie op naam van de auteur. Heb je zelf een prikkelende opinie over het Songfestival? Laat ze ons weten via [email protected].