Eurosong 50

EUROSONG 50

50 jaar Eurosong (19): Luc Appermont, de professional pur sang

In de reeks 50 jaar Eurosong blikt Songfestival.be terug op een halve eeuw Vlaamse Songfestivalvoorrondes. In deze aflevering staat Luc Appermont centraal. Hij presenteerde de voorrondes in 1977, 1981, 1983, 1987 en 1989. Daarnaast was Appermont tussen 1976 en 1990 de Songfestivalcommentator van de toenmalige BRT.

Meteen enorm intrigerend

‘Als klein kind al was ik gefascineerd door het Songfestival. We kregen thuis televisie tijdens Expo 58 (de wereldtentoonstelling die in 1958 in Brussel doorging, red.) en ik herinner me nog Bob Benny, die in 1959 en 1961 deelnam voor België.

Ik vond het meteen enorm intrigerend: een competitie tussen landen met liedjes die in de eigen taal werden gezongen met presentatoren en een jury met een puntentelling.

Ik had toen nooit durven denken of dromen dat ik ooit in het vak zou rollen, laat staan dat ik de presentatie van de preselecties en het commentaar van de Songfestivals zelf zou verzorgen. Had je me dat als 11-jarige gevraagd, had ik je gek verklaard!’

Twee natte dromen

‘Na mijn studies aan Herman Teirlinck (een bekende Vlaamse acteursschool uit de 20e eeuw, red.) kon ik aan de slag als omroeper bij de BRT. Dat was een godszegen. Ik had twee natte dromen: het Nieuwjaarsconcert vanuit Wenen en het Songfestival becommentariëren.

Ik moest nooit actief lobbyen. Jan Theys en Herman Verelst waren jarenlang commentator, maar halverwege de jaren 1970 wilde de BRT vernieuwing en verjonging en zo trok de directie aan mijn mouw.’

Wie met wie in de kamer

‘Ik ging naar alle persconferenties en probeerde met de artiesten in contact te komen. Daarbij wilde ik dingen te weten komen die niet bij iedereen bekend waren om mijn commentaar te kruiden met weetjes. In het extreemste geval wie met wie in de kamer sliep.

Ik werkte ook veel samen met de aanwezige journalisten. Het was opvallend dat zelfs als de RTBF verantwoordelijk was voor de Belgische inzending je amper Waalse journalisten zag, maar de Vlamingen elk jaar aanwezig waren. Ik vroeg hun krantenkopijen om te voorkomen dat ik zou herhalen wat zij al geschreven hadden.

Een assistent had ik niet, noch een tekstschrijver of autocue. Zowel bij de preselecties als het Songfestival was het een kwestie van veel uit het hoofd leren. Terry Wogan (decennialang de Britse commentator, red.) had een producent die alles voor hem deed. Hij kwam geregeld pas op de dag van de finale aan en improviseerde vaak zijn commentaar. Wogan stond daarom bekend en deed dat uitstekend, maar ik probeerde het vakmanschap te behouden.’

Het was opvallend dat zelfs als de RTBF verantwoordelijk was voor de Belgische inzending je amper Waalse journalisten zag, maar de Vlamingen elk jaar aanwezig waren.

Zware geweren

‘Ik herinner me het Songfestival 1979 in Jeruzalem nog goed. Ook toen al waren er veel spanningen in de regio. Ik zat in hetzelfde hotel als de Israëlische delegatie en reed met dezelfde bus naar de zaal. Izhar Cohen (winnaar van het Songfestival 1978, red.) zat geregeld naast me. Maar overal zag je militairen met zware geweren in en op de gebouwen gestationeerd.

De minst professionele organisatie die ik ooit zag, was die van de Fransen, het jaar ervoor. In Parijs volgde ik de repetities en er was complete wanorde. Leon Zitrone (een van de presentatoren, red.) trok alles naar zich toe. Tijdens de generale repetitie liep zowat alles mis. Het is een wonder dat het goed kwam tijdens de finale zelf.

Het Songfestival in München (in 1983, red.) en die in de Scandinavische landen waren het andere uiterste. Alles was geregeld en op tijd. Hoe noordelijker in Europa, hoe professioneler de organisatie. Je merkt ook dat die landen daarom beter scoren, want daar is ook de meeste liefde voor het Songfestival.’

Laarzen in de modder

‘Na zijn overwinning in 1980 kon ik het goed vinden met Johnny Logan. In dat decennium was ik met vrienden op vakantie in Ierland. We verbleven in een hotelletje en toen de uitbater hoorde dat ik werk op het Songfestival, vertelde hij me dat Logan toevallig die avond vlakbij optrad. Hij stelde zelfs voor ons ernaar toe te brengen.

We hadden ons een exclusieve locatie voorgesteld. Dat draaide wel even anders uit. We kwamen terecht in een afgelegen plattelandsdorp waar Johnny Logan optrad op een houten podium in een hangar met honderden jongeren met laarzen in de modder in het publiek. Mijn hele droomwereld van Songfestivalwinnaars lag aan diggelen. Het zegt veel: ook dan moet je nog optreden op onmogelijke locaties, pleinen en kleine zalen.’

Omkleden in de Rolls Royce

‘Ook met de Belgische kandidaten kon ik het steeds goed vinden. Ik zat naast Sandra Kim en haar ouders op de bus in het Noorse Bergen en naast Ingeborg en Stef Bos op het vliegtuig naar Zwitserland.

Wat ik nooit vergeet, is Dream Express, in 1977 in Londen. Hun manager Adriaan kon het onmogelijke mogelijk maken. Ik was mijn smoking vergeten en Adriaan bracht me met de Rolls Royce naar het hotel. Ik kleedde me om in de auto op de terugweg naar de zaal.’

‘En dan was er het Songfestival op de Heizel in 1987. De dag nadien presenteerde ik een groot modefestival dat op de Meir in Antwerpen doorging, met duizenden mensen publiek. Vandaag is dat ondenkbaar. Tijdens de repetities had ik enkele Songfestivalkandidaten geboekt om op dat modefestival op te treden. Ik vroeg ook steeds al hun singletjes om die in mijn radioprogramma’s te kunnen draaien, soms ook met hen er zelf bij. De week na hun overwinning had ik Bobbysocks (de Noorse winnaars van 1985, red.) te gast in Dolle Dinsdag op Radio 2.’

play

Het land van Hergé

De BRT hinkte altijd wat achterop wat de preselecties betrof. Nadat ABBA won in 1974 moest de BRT drie jaar later met Dream Express ook een groep sturen. Er werd altijd gekeken naar wat anderen deden en dat werd overgenomen.

Verder was er vaak onduidelijkheid over hoe de Belgische kandidaat gekozen werd. Ik herinner me nog goed hoe Bob Boon het aan het einde van Canzonissima 1963 presteerde om te zeggen dat het nog niet zeker was dat winnaar Jacques Raymond ook naar het Songfestival zou gaan. Dat kan alleen in het land van Hergé.

Het is positief dat Peter Van de Veire tegenwoordig ook zelf meer betrokken is bij de voorronde. Ik was zelf enkel presentator en hield me nooit bezig met het concept. Ik deed zoveel andere dingen op radio en televisie dat ik me daar niet mee op kon concentreren, al werd het me ook nooit gevraagd.

Ja, ook bij de iconische Eurosong 1983 waarbij Pas de Deux won. Ik stelde me tijdens die puntentelling heel neutraal op, maar ik vond en vind Rendez-vous een geweldig nummer. Dat was alleen 10 jaar z’n tijd vooruit. Dat het een proteststem van de jury was, is ook iets dat enkel bij ons kan.’

play

Ik stelde me tijdens die puntentelling heel neutraal op, maar ik vond en vind Rendez-vous een geweldig nummer.

Uit de zee van Blankenberge

‘Naast de voorrondes en de Songfestivals presenteerde ik ook heel lang de voorbeschouwingen waarin liedjes werden voorgesteld. Dat was voor de BRT goedkope televisie want de videoclips werden toegestuurd. Er werden twee uren primetime voor uitgetrokken.

Afhankelijk van de regisseur ging het er soms creatief aan toe. Soms wat het erg sober in een leeg Amerikaans Theater, maar vaak ook met vlaggen, ingrediënten van eten, … We probeerden er wat origineel in te zijn. Een keer kwam ik in smoking uit de zee van Blankenberge gewandeld om liedjes voor te stellen!’

play

Niet te rigide

‘Ik ga geen avond meer bewust zitten om Eurosong of het Songfestival te kijken. Als ik vrij ben kijk ik wel, maar het vergt een inspanning om alle liedjes uit te kijken. Het is fenomenaal wat er tegenwoordig mogelijk is qua verschuivende wanden, hologrammen en lichttechnologieën, het Songfestival is vaak een trendsetter op gebied van technische mogelijkheden in de visuele sector! Maar het lied verzuipt soms wat in de vormgeving op die manier.

Als de VRT me belt om in te vallen, zou ik zeker opnieuw Eurosong presenteren, gesteld dat ik me voldoende kan inwerken. Ik blijf een liefhebber en het idee genegen, zeker in deze tijden. Voor de EBU is er nog een weg af te leggen om alles veilig en correct te laten verlopen na alles wat er vorig jaar gebeurde. Maar het mag ook allemaal niet te rigide worden. Want waar is het feest dan? Het Songfestival is en blijft in de eerste plaats een ontspanningsprogramma.’