Een Wit-Russische deelname aan het Eurovisiesongfestival? Het lijkt in de nabije toekomst niet tot de mogelijkheden te behoren. De driejarige schorsing van de Wit-Russische omroep BTRC lijkt een schorsing van onbepaalde duur te zijn geworden, zo berichtte ESC Discord eerder deze week.

Je hebt het misschien al opgemerkt de afgelopen jaren: naast Rusland is ook Wit-Rusland niet meer op het Songfestivalpodium te zien. Om de reden van deze afwezigheid te achterhalen, moeten we terug naar 2021: het land werd in mei 2021 immers preventief geschorst door de raad van bestuur van de EBU.

De definitieve schorsing volgde op 1 juli van dat jaar en zou, volgens een interview met de directeur-generaal van BTRC Ivan Eismont, drie jaar duren. Het Oost-Europese land zou dus ten vroegste kunnen deelnemen aan het Junior Eurovisiesongfestival 2024 en Eurovisiesongfestival 2025, al lijkt dat drie jaar later ook niet meer tot de mogelijkheden te behoren.

Waarom werd Wit-Rusland geschorst?

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de Wit-Russische omroep in 1993 lid van de EBU, een samenwerkingsverband van Europese publieke omroepen en organisator achter het Eurovisiesongfestival. Wit-Rusland werd doorheen de jaren vaker op de vingers getikt wegens schendingen van de persvrijheid en onafhankelijkheid van de media. In 2021 bereikte de situatie een kookpunt, na een woelig verkiezingsjaar in 2020 en de arrestatie van politieke opposanten met interviews onder dwang tot gevolg.

De Wit-Russen stonden in 2021 nog op de deelnemerslijst van het Eurovisiesongfestival, maar door de politieke- en propagandaboodschappen in hun inzending werden ze toen door de EBU gediskwalificeerd. Uiteindelijk volgde enkele weken later een schorsing. Volgens de EBU is er op vandaag geen reden om hun positie ten aanzien van de omroep te wijzigen. Het lidmaatschap van de omroep blijft geschorst, waardoor een deelname aan het Songfestival meteen ook onmogelijk wordt.

De laatste Wit-Russische deelnemer op het Eurovisiesongfestival, Zena (ESF 2019, foto), lijkt voorlopig dus geen opvolger te krijgen.