EBU

EBUSTOCKHOLM 2016

‘Het songfestival is nu meer dan ooit nodig’

Nu zaterdag wordt de finale van het 61e Eurovisiesongfestival gehouden. Na de overwinning van de Zweed Måns Zelmerlöw vorig jaar is de songfestivalkaravaan dit jaar neergestreken in de hoofdstad Stockholm. Tussen de repetities, recepties en feestjes door, werd er dit jaar een heuse conferentie gehouden over de wedstrijd.

Vanuit de Stockholm School of Economics werd op maandag 9 mei, niet toevallig op de Dag van Europa, de conferentie “The Eurovision Song Contest and the Changing Europe” gehouden. De organisatoren van de conferentie, de Zweedse openbare omroep SVT en het overkoepelend orgaan voor openbare omroepen EBU, hadden als bedoeling het songfestival in te bedden in een bredere Europese context. Dat gebeurde aan de hand van twee panelgesprekken.

Geen bruggen, maar hekken

Het eerste panelgesprek ging over de impact van de organisatie van het songfestival op het land en de stad van waaruit het gehouden wordt. Jarenlang troefden organiserende openbare omroepen elkaar af door tegen elkaar op te bieden en steeds hogere bedragen aan te gooien. De totale kost van het songfestival 2012 vanuit de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe wordt geraamd op zestig miljoen euro. Sindsdien wordt de broeksriem aangehaald: de SVT stelt het dit jaar met een bescheiden budget van zo’n twaalf miljoen euro.

Andreas Annerfors, professor aan de Universiteit van Göteborg, vertelde over de grote verschillen toen het Zweedse Malmö drie jaar geleden het songfestival organiseerde en nu: ‘De stad leefde toen twee weken lang in een sprookje, maar lijkt nu wel een dystopisch land te zijn geworden. De grens met Denemarken is de facto verzegeld. Als je met de trein over de Sontbrug van Malmö naar Kopenhagen wil reizen, moet je twee keer je identificatiebewijs tonen. En dat binnen Schengen. Het is opmerkelijk om te zien hoe vlot mensen die vormen van schending van persoonlijke privacy zomaar aanvaarden.’

Vorig jaar was Wenen de gaststad van het festival. Marco Schreuder, een voormalig Oostenrijks parlementslid, woonde op twee straten van de zaal: ‘Ik merkte helemaal niets van het feit dat de grootste muziekwedstrijd ter wereld zo dicht bij mijn voordeur werd gehouden’, vertelde hij. En sindsdien is het er in Oostenrijk en Europa niet veel beter op geworden, volgens Schreuder: ‘De slogan van het songfestival vorig jaar was “Building Bridges”. Maar nu bouwen we geen bruggen, maar hekken, om vluchtelingen buiten te houden.’

Het gesprek van de panelleden werd afgewisseld met vragen uit het publiek, en al snel ontaardde de discussie in een poging om te bepalen wat Europese waarden zijn, en hoe die door het songfestival wel of niet zouden moeten worden uitgedragen. ‘Het songfestival is een familieprogramma, maar met verschillende lagen die niet meteen aan de oppervlakte komen’, zei Karen Fricker, professor aan de Universiteit van Ontario die ook doceert en academisch schrijft over de wedstrijd. ‘Deelnemen en de uitzendingen tonen aan je publiek impliceert dat je tenminste akkoord gaat met de Europese waarden die tijdens de uitzendingen komen.’ Fricker verwijst daarmee naar incidentjes in afgelopen jaren, zoals een lesbische kus tijdens het Finse nummer in 2013, die in sommige landen uit de uitzending werd geknipt.

‘Het songfestival heeft een grote symbolische waarde, voor Europa en ook daarbuiten’, opperde Marco Schreuder. ‘En net daarom is het nu meer dan ooit nodig.’

Doorn in het oog

Het andere officiële thema van de conferentie heette voluit “Diversity and belonging in the 21st century Eurovision Song Contest”. Het ging vooral om een lange aanklacht tegen de deelname van landen die het niet al te nauw nemen met ‘Europese waarden’ als persvrijheid en democratie. Joanna Kurosz, die al meer dan vijftien jaar actief is in mensenrechtenorganisaties in de landen van de voormalige Sovjet-Unie, vertelde over de eerder vermelde organisatie van Bakoe, vier jaar geleden: ‘Azerbeidzjan was lange tijd een dictatuur, maar zonder dat mensen het opmerkten. De organisatie van het songfestival zorgde ervoor dat het land in het oog van de internationale media kwam, waardoor plotseling ook veel meer mensenrechtenorganisaties aandacht schonken aan de oppressie die nog steeds in het land heerst. De Zweedse kandidate van dat jaar, Loreen, was erg begaan met mensenrechten, en was ertoe bereid gevonden te praten met verdedigers van mensenrechten in Azerbeidzjan, als pr-stunt. Toen uitgerekend Loreen het songfestival won met Euphoria, was dat voor het lokale regime een flinke doorn in het oog.’

De conversatie ging ook nog over een heel ander thema dat indirect met diversiteit te maken heeft: de vraag of het songfestival nu een politiek getinte wedstrijd is of niet. Officieel mogen deelnemers geen merknamen en politieke boodschappen in hun liedjes verpakken, maar in de praktijk gebeurt dat geregeld tussen de regels door. Zo trok Georgië zich in 2009 terug nadat een liedje met de weinig subtiele titel We Don’t Wanna Put In geweerd werd door de EBU. ‘Met onze slogan Come Together willen we iedereen bij het songfestival betrekken, ook migranten’, vertelde Hanna Stjärne, CEO van de SVT. ‘Onze bedoeling is om de Europese kijkers te tonen dat het niet gaat om een grijze massa mensen die zich verplaatst, maar dat daarbinnen ook heel wat diversiteit schuilgaat. Dat gaan we tonen in optredens tussen de deelnemende liedjes door.’

De conclusie over dit thema kwam van Olaf Lavessen, een voormalig lid van de Raad van Europa: ‘Er vinden geregeld verhitte discussies plaats tussen afgevaardigden van Oekraïne en Rusland, maar tijdens de pauzes praten ze over elkaars songfestivalnummers,’ weet hij. ‘Het songfestival is altijd politiek geweest – het werd gesticht als reden om Europeanen dichter bij elkaar te brengen – en moet dat ook blijven.’

Advertentie