Opinie

OPINIE

#jasperseerstekeer: ‘Ik begon zelfs het liedje van Rusland goed te vinden’

Mede-oprichter zijn van een populaire website over het Eurovisiesongfestival en nog nooit een voet binnen gezet hebben in de arena waar ze dat jaar het feestje houden. Dat kon niet blijven duren. Dus besloot ik om in 2018 mijn bucketlist korter te maken en voor ‘t eerst als toeschouwer én reporter naar de grootste liedjeswedstrijd ter wereld te trekken. Twee weken enkel en alleen Songfestival, tijd om mee te draaien in die indrukwekkende carrousel. Het was allemaal te volgen op Instagram. Wat zijn nu mijn conclusies en bedenkingen? Over vrouwen versieren, oververhitte interviews én een overload aan homo’s. Zo was mijn eerste keer.

Zondag 28 april. Ik sta in een ongezellige tent te wachten voor mijn eerste tassencontrole en fouillering. De poortjes werken niet en er is een lange rij achter me. De koude wind blaast de harde regen naar binnen. Aan de ‘safe side’ staan de agenten me ongeïnteresseerd aan te staren. Dit lijkt de weg naar een verbeteringsgesticht. Ik ben in (het dan niet zo zonnige) Lissabon en even vraag ik me af wat ik hier kom doen. De volgende dagen gaan de controllers vlotter, maar worden ook strenger. Mijn deodorant en paraplu zijn slachtoffers.

Duiven worden aasgieren 

De politie zal de pers twee weken lang fouilleren. Routine. Ook het wandelen naar en af het perscentrum zal uiteindelijk een gewoonte worden. Dat perscentrum is trouwens ongezellig en vrij sober. Andere jaren waren de voorzieningen voor pers en delegaties uitgebreider en glamoureuzer. Dat zegt de rest van ons team me, vergelijken kan ik niet. Gelukkig kan ik elke dag genieten van een prachtig uitzicht.

In de zaal waar de persmensen bij elkaar zitten is het een blij weerzien. Collega Philip, voor hem het zevende festival, ontvangt hartelijke knuffels en knikjes. De usual suspects zijn er weer. Op het Songfestival praat je met veel mensen, de meeste conversaties zijn oppervlakkig en voor mij soms fake. Al leer je ook redacteurs, bloggers en cameramannen kennen waarmee het meteen klikt. Griet en Paul van Newsmonkey bijvoorbeeld. Of een Australische Amerikaan die nu dankzij mij weet wie Jacky Lafon is en onder de indruk was van de Sacochen fight tussen Thuis-diva’s Rosa en Marianne.

Philip neemt me mee naar de pigeon-holes. Met mijn fobie voor vogels zie ik dat niet goed komen. Blijken dat de postvakjes te zijn waarin je promo-materiaal van de deelnemende artiesten krijgt, of andere belangrijke informatie. Die vakjes zijn gegeerd. Elke dag komen journalisten checken wat ze gekregen hebben en op het einde van het Songfestival worden alle holes leeggemaakt. Geen duiven, maar aasgieren zie je dan. Er is een hele rij met mensen, tot dan ‘journalisten’, die klaar staan om te graaien. Wist je trouwens dat sommigen hun gratis gekregen singles, posters en stickers achteraf verkopen voor grof geld? Ik kan ook rijk worden, want mijn koffer zat bij thuiskomst vol materiaal. Wijn van DoReDos, een brilletje van Mikolas en een petje van Yuliya Samoylova.

Parochieblaadjes 

Dan raakt het voor mij duidelijk: je hebt de échte journalisten (vakpers) en persmensen die het Songfestival komen volgen, maar vooral (en te veel) fans zijn. Tijdens persconferenties stellen ze geen vragen, maar wachten ze tot dé selfie gemaakt mag worden en interviews zien ze enkel als het ultieme moment om zo dicht mogelijk bij hun favoriet te komen.

Delegaties bepalen zelf welke media ze toelaten op het festival. Sommigen zijn daar terecht zeer streng in, bijvoorbeeld in Nederland. Maar andere landen lijken zelfs aanmeldingen van parochieblaadjes of blogs met amper tien volgers goed te keuren. Dat is jammer voor de media die wél naar Lissabon zijn gekomen voor het echte werk.

‘Ik kon geen robot of vuurpijl meer zien’

Dat echte, grote werk is in die eerste week vooral repetities kijken, je indrukken neerschrijven en wachten op een trap in de hoop een interview te scoren. Daarna alles online gooien en nóg een repetitie volgen. Eerlijk, ik kon geen robot, rots of vuurpijl meer zien na de eerste week. Je hoort elke inzending zo vaak, dat je alles oké begint te vinden. Zelfs het refrein van I Won’t Break, de door velen met de grond gelijk gemaakte inzending van Rusland, begon ik goed te vinden. Tot ergernis van mijn tafelgenoten. Die repetities volgen gaven mij geen wauw-gevoel. Je zit in een warme zaal naar een tv-scherm te staren. Dat kan ik thuis ook.

De vele interviews die ik mogen doen heb zorgden er wél voor dat ik me reporter voor een Songfestivalsite voelde. Ons lange wachten leverde meestal resultaat op. Ik probeerde originele vragen te stellen om zo leuke gesprekken te hebben. Mijn allereerste interview op de locatie van het festival was met Aisel uit Azerbeidzjan. De leukste herinneringen heb ik aan mijn babbels met Eleni Foureira (foto), Franka, Rasmussen, Mikolas en onze trots Sennek. Ons laatste interview na haar uitschakeling was intens en emotioneel. Het is niet altijd happy, happy. Toen besefte ik weer waarom ik de liedjeswedstrijd op een journalistieke manier wil benaderen.

play

Tv’tje spelen

Opnieuw over naar het perscentrum. Dat trouwens vol staat met flesjes water, het enige dat je mee naar binnen mag nemen. Gelukkig is het gratis. Je ziet er verschillende figuren rondlopen. Jani zou er veel werk hebben. Er is volgens mij een connectie tussen levensgenieters en het Songfestival, want als je twee weken dezelfde mensen ziet dan kun je niet meer naast de zwaarlijvigheid kijken. Weinig cool kids hier.

De medewerkers van de vakpers zorgen er voor dat hun stukken de deadline halen. De volgers van het festival doen vooral aan tv’tje of krantje spelen. Ze brengen verslag uit alsof de paus net is doodgevallen en als ik ze hun podcast zie opnemen waan ik me even bij Hautekiet op Radio 1. Ook Songfestival.be gaat in overdrive tijdens de twee weken, maar we proberen toch enkel en vooral het nieuws te brengen waar onze lezers en kijkers op zitten te wachten. Op vraag van velen gingen wij live uitzenden op Facebook tijdens de juryfinales, maar een hele dag praten over de kuisvrouwen in het perscentrum of de oorlog in Vietnam (no joke!), nee dat niet. Dat deden anderen dus wél.

We gaan live tijdens deze eerste jury finale

Geplaatst door Songfestival.be op maandag 7 mei 2018

Soms maakte ik me de bedenking dat vele reporters hier overbodig waren. Langs de andere kant, welke grote zenders gaan twee weken verslag uitbrengen? Dat werd pijnlijk duidelijk op de openingsceremonie en de ‘blauwe loper’. Het zijn vooral de kleine garnalen die er voor zorgen dat er een meute pers aan de kant staat te wachten om vragen te stellen.

‘In mijn sas op de blauwe loper’

Die blauwe loper maakte mijn eerste keer nog leuker. Daar was ik in mijn sas, hiervoor heb ik journalistiek gestudeerd. Artiesten voor je camera proberen halen en meteen to the point komen met je vragen. Onze volgers konden het via #jasperseerstekeer volgen op Instagram. Wat ze niet zagen was dat ik oververhitte interviews moest doen. De zon brandde, het was afzien. Philip, Tom en ik spraken maar liefst dertig artiesten. Zelfs de afgeschermde winnares Netta. Bam!

play

In de tweede week en bij de tweede repetities mag je de zaal in. Een bijzonder moment voor mij. ‘Ik ben hier, eindelijk’, dacht ik. Toch overdonderden het podium en de zaal me niet. Het Songfestival komt als tv-show indrukwekkend over op het scherm, maar de zaal zelf leek op de Lotto Arena en het podium blies me niet weg. De magie verdween een beetje, maar ik bleef dankbaar. Dit doe je niet elke dag.

Suzy, Valentina en veel homo’s in Euroclub

Die tweede week met alle juryshows en uitgezonden live-shows is tot mijn spijt voorbij gevlogen. Ontspannen kon in de befaamde Euroclub. Alle delegaties, organisatoren, medewerkers en persmensen dansen er op Songfestivalplaatjes. De club was niet groot of chique, ook dat was andere jaren blijkbaar beter. Net als de dj’s, want eentje was vreselijk. Alsof dat nog niet genoeg was, werden leuke liedjes soms onderbroken door alweer een vals optreden van Suzy, of door onnodige tussenkomsten van vergeten B-artiesten zoals Valentina Monetta en Ruslana. Gelukkig kwam Jessica Mauboy langs.

play

Vrouwen versieren 

In die Euroclub heb ik vaak binnensmonds moeten lachen. Een strenge persverantwoordelijke die je overdag urenlang liet wachten om zijn artiest te mogen interviewen, zie je daar moeite doen om een vrouw te versieren. Een vrouw, je leest het goed. Of commentatoren en medewerkers van de organisatie die een glaasje te veel op hebben. Maskers vallen af.

Op die plaats viel het me alweer op dat het een klein wereldje is dat zich samen verplaatst. De kudde. Ik kan eigenlijk geen homo meer zien. Want de persmedewerkers van overdag zie je ook in de Euroclub, en andersom. Tot in de late uurtjes heb ik er gedanst op Diva, Fuego of alweer Toy. Mooi meegenomen dat ik filters op mijn foto’s en stories op Instagram kon plaatsen, want je slaapt weinig. Mijn persoonlijke hashtag #jasperseerstekeer leefde trouwens. Ik werd er over aangesproken en ons team werd af en toe op de foto gevraagd! Gek, maar geniaal.

Zenuwen en erkenning 

Dankzij mijn persaccreditatie (je badge moet je trouwens altijd en overal dragen) heb ik unieke kansen gekregen. Zo mocht ik met de Belgische delegatie mee naar de Belgische ambassade in Portugal, kon ik met veel zenuwen Russische superster Philip Kirkorov interviewen en werd mijn opiniestuk onverhoopt gepubliceerd op vrtnws. Daardoor kreeg ik een unieke rondleiding achter de schermen van het Songfestival. Om nooit te vergeten.

Onze website kreeg weer erkenning, dat geeft een boost. Met al die kansen ben ik uitermate blij dat ik naar Lissabon geweest ben. Dat maak je thuis niet mee. Over de drie shows in de zaal nog maar te zwijgen. Ik danste met fans uit Finland en Israël. Ik kreeg zelfs een vlagje van het land van Dana International cadeau. Heb er tijdens de finaleshow trots mee gezwaaid. Want het draait om liedjes, niet om landen. De sfeer was er magisch.

Wat is nu mijn grote conclusie? Moeilijk te zeggen! Ik ben blij en trots op mezelf dat ik de uitdaging aan gegaan ben. Eén van mijn dromen is waargemaakt, ben een ervaring rijker. Het was een speeltuin waarin ik me mocht uitleven. Mijn skills qua schrijven en interviewen kwamen weer op het voorplan. Het gaf me voldoening. Twee weken was het enkel en alleen Songfestival. Ons team is zichzelf gebleven en heeft tussen alle ‘fan-chaos’ door goede journalistiek gebracht. Want wie denkt dat het in Lissabon gewoon vakantie, glitter, glamour en veel privéleges was voor ons, heeft het mis. Ja, het is leuk, het is een uitzonderlijke ervaring. Maar ook veel werken, wachten en weinig slapen.

#jasperstweedekeer? 

‘Wie gaat er winnen?’ Oh man. Die vraag wil ik pas volgend jaar in Israël weer horen. Want ja, ik overweeg zeker om volgend jaar terug te keren. De sfeer binnen in ons team, de bloopers, de lachbuien en de nieuwe mensen die ik heb leren kennen … Ja, dat snakt naar meer. #jasperstweedekeer, het kan. Sommige perscollega’s zeggen nu al met zekerheid dat ze er zullen bij zijn. Ik niet. Ik maak de beslissing wanneer ze moet genomen worden. Want het is een unieke en intense carrousel om op mee te draaien, maar élk jaar gaan zou me duizelig maken. #jasperout

Dit is een persoonlijk opiniestuk enkel op naam van de auteur. Zelf een prikkelende opinie over het Songfestival? Mail ons op [email protected].

Publicité