Analyse

ANALYSEALGEMEEN

Review: 1e voorronde van ‘American Song Contest’

Al jarenlang werd erover gedroomd en gesproken, maar sinds enkele dagen is het er dan effectief: de American Song Contest (ASC), een Amerikaanse variant van het Eurovisiesongfestival. Onze hoofdredacteur Jonathan is momenteel in de Verenigde Staten en kon zo vanop de eerste rij meekijken. Dit is zijn verslag van de eerste uitzending.

De zender NBC spaarde kosten noch moeite om de lancering van ASC in de verf te zetten. Lange trailers in primetime, billboards in alle grote steden en een ongeziene socialemediacampagne moesten de gemiddelde Amerikaan warm maken voor de ultieme muziekstrijd tussen staten (en ook enkele gebieden en dan ook nog hoofdstad Washington D.C. als aparte entiteit – it’s complicated). Ook in het podium, beeldvoering en opbouw van de optredens was merkbaar werk gestoken; als het goed is, mag het ook gezegd worden. Qua verpakking zat het dus allemaal snor, maar wat met de inhoud? Dat viel toch behoorlijk tegen.

Eerder Melodifestivalen dan Eurovisie

Natuurlijk is het onmogelijk om een Songfestival zoals wij het kennen te vertalen naar de totaal andere Amerikaanse televisiecontext. Commerciële omroepen zwaaien hier de plak, met om de haverklap reclame en kortere programma’s dan we gewend zijn. Een onafgebroken show van vier uur met 26 liedjes en 40 stemmende landen op één avond? Ondenkbaar in de States. In de eerste uitzending van ASC werden namelijk slechts elf liedjes over twee uur uitgesmeerd. Na élk optreden werd een reclameblok ingelast, dat telkens weer de vaart uit het programma haalde. Gelukkig waren daar hosts Snoop Dogg en Kelly Clarkson die elk lied introduceerden en bewierookten zoals enkel Toto Cutugno en Gigliola Cinquetti het hen konden voordoen. Dogg en Clarkson brachten veel animo en brio, constant luid roepend tegen elkaar en natuurlijk laaiend enthousiast over elke inzending, inclusief pogingen tot grapjes, kwinkslagen en spelletjes tussendoor.

Op veel vlakken kan ASC beter vergeleken worden met Melodifestivalen, de Zweedse Songfestivalpreselectie. Dat is weinig verrassend, want twee Zweden exporteerden het Eurovisieconcept over de Atlantische Oceaan. De postkaartfilmpjes zijn veel langer dan op het Songfestival gebruikelijk is waarin de artiest zelf aan het woord is om het over zichzelf en zijn/haar/hun staat te hebben, waarbij de clichés niet worden geschuwd. Terwijl de kandidaten per staat uit slechts zes mensen mogen bestaan op het Songfestival, is er wel een ongelimiteerd aantal toegestane extra dansers op het podium. Extra zangers zijn er niet, want de backings zijn uiteraard op voorhand ingeblikt. En, opvallend, liedjes zijn maximaal twee minuten en 45 seconden lang, nog korter dan op het Songfestival dus. Tot slot: tijdens alle optredens stond rechts onderaan in beeld de gebruikersnaam van de zingende kandidaat op TikTok. ASC omarmt dus de nieuwe sociale media, en dat is iets waar ze in Turijn nog eens goed over kunnen nadenken.

0,5% kijkdichtheid

Na de elf optredens (en dus evenveel reclameblokken) kende de show een opmerkelijke apotheose. Op amper anderhalve minuut maakte het olijke presentatorenduo bekend dat de laatste kandidaat van vanavond, zanger Hueston uit het zelfs voor Belgische normen piepkleine Rhode Island, de jurywinnaar was. Punten of meer informatie kregen we niet. Terwijl de aftiteling al over het scherm rolde, meldden Snoop en Kelly dat kijkers konden stemmen en klaar was de show. Er was geen overzicht van de liedjes per staat/gebied, noch een gastoptreden of enige vorm van spanningsboog. De bedoeling is dat aan de start van de volgende show de drie publiekfavorieten worden bekendgemaakt, die dan samen met de juryfavoriet doorstoten naar de halve finales.

In die halve finale én nadien in de finale zullen de kandidaten dezelfde songs opnieuw brengen, met op het einde een combinatie van jury- en publieksstemmen zoals we die kennen op het Songfestival. Maar een puntentelling van de 56 staten en gebieden zullen we sowieso niet krijgen, want op NBC zou die al minstens twee uur in beslag nemen. Het concept vertoont dus wel wat gebreken om echt van een aangename, vernieuwende kijkervaring te spreken. Voor Amerikaanse normen is de aanpak van strijdende staten vernieuwend, evenals de focus op nieuwe liedjes – in de 1001 talentenjachten op de televisie hier worden steevast covers gebracht. Maar of dat voldoende is om voldoende buzz te creëren is nog maar de vraag. De eerste aflevering van ASC lokte nog geen drie miljoen kijkers en amper een halve procent kijkdichtheid. Dat cijfer zal nog wel gevoelig oplopen met uitgesteld kijken, dat hier meer ingeburgerd is (ook ik keek ASC met vertraging én de mogelijkheid alle onderbrekingen door te spoelen), maar het zoveelste seizoen van American Idol trok lijnrecht tegenover ASC dubbel zoveel kijkers. Een slecht teken aan de wand.

Nogal prefab

En tot slot, de liedjes zelf nog. De belangrijkste gelijkenis tussen de Amerikaanse en Zweedse programma’s is de strakke beteugeling van de producenten: in ASC werden alle kandidaten, alle liedjes en alle optredens volledig bepaald door producers, zonder voorrondes zoals dat in veel Europese landen voor het Songfestival gebruikelijk is. De organisatie deed weliswaar z’n best om diversiteit in het deelnemersveld te krijgen, maar in de eerste uitzending bleef het allemaal nogal prefab. Van countryballades ging het naar K-pop en van country rap even naadloos naar vredesliedjes. De liedjes waren niet slecht, maar weinig vernieuwend en vele ervan hadden daadwerkelijk niet misstaan in een voorronde van Melodifestivalen. Hueston was naar mijn aanvoelen de verdiende jurywinnaar, maar oordeel uiteraard gerust zelf in onderstaande afspeellijst van alle liedjes van de eerste liveshow:

Advertentie