Madrid 1969

logo
Datum
29-03-1969
Locatie
Madrid
Aantal deelnemers
16
Terugtrekkende landen
Oostenrijk
Presentatie
Laurita Valenzuela
Stemsysteem

Elk land had tien juryleden die elk een punt aan hun favoriet gaven

Winnaar
Frida Boccara - Un jour, un enfant (Frankrijk)

De veertiende editie van het Eurovisiesongfestival werd nog eens in een nieuw land gehouden, en niet het minste: Spanje was anno 1969 nog steeds een dictatuur, met ijzeren hand bestuurd door generaal Franco.

Over 1969

Het was helemaal niet zo vanzelfsprekend dat een internationale gebeurtenis als het Eurovisiesongfestival er plaatsvond. Alleen al technisch zat de omroep TVE met de handen in het haar: de EBU eiste dat het songfestival in kleur werd uitgezonden, maar TVE had nog geen kleurencamera’s. Uiteindelijk moesten ze die maar lenen bij hun Duitse collega’s, maar de Spaanse televisiekijkers hadden er niets aan.

Na een muzikaal stukje van het orkest verwelkomende presentatrice Laurita Valenzuela de kijkers in het Spaans, Frans en Engels. Ze deed ook haar uiterste best om goedenavond gezegd te krijgen in alle talen van de deelnemende landen, maar hield zich vooral bezig met het inleiden van elk liedje in het Spaans, waarbij haar bedenkelijke uitspraak in andere talen nog meer opviel. Het podium van 1969 was groot en grijs, met bloemenstukken versierd en in het midden een kunstwerk van niemand minder dan kunstenaar Salvador Dalí.

Laurita Valenzuela

Oostenrijk bleef thuis, omdat het land niet wilde deelnemen aan een Eurovisiesongfestival in een dictatuur. Joegoslavië, dat 1968 afsloot en 1969 op gang trok, experimenteerde met een veelvoud aan talen in zijn liedje, maar veel punten kreeg zanger Ivan er niet voor. Monaco stuurde een jongeman van twaalf jaar oud om een lied te zingen voor zijn Maman, maman. Regels omtrent de leeftijd van de kandidaten waren er nog niet, maar velen trokken toch grote ogen bij het zien van zo’n jonge kandidaat. De Zweedse zanger Tommy Körberg zag zijn optreden bijna de mist ingaan toen zijn microfoondraden verstrengeld raakten in de stoel waar hij op zat.

Maar liefst vijf artiesten namen opnieuw deel: Kirsti Sparboe deed het nog slechter dan bij haar vorige twee optredens en schonk Noorwegen nu een allerlaatste plek. Romuald nam nu deel voor Luxemburg, maar had in 1964 deelgenomen voor die andere ministaat, Monaco. Ook Siw Malmkvist veranderde van land: in 1960 nam ze deel voor Zweden, nu voor Duitsland. Portugal werd net als in 1965 vertegenwoordigd door de half-Belgische Simone de Oliveira, en ook België stuurde nog eens een zanger met songfestivalervaring.

Gastland Spanje werd vertegenwoordigd door zangeres Salomé. Haar outfit zou van puur porselein zijn geweest en niet minder dan veertien kilo hebben gewogen, maar dat weerhield haar er niet van het beste van zichzelf te geven tijdens het ophitsende Vivo cantando. Voor het Verenigd Koninkrijk was zangeres Lulu intern gekozen door de BBC. In haar eigen voorronde moest ze haar eigen favoriete lied tweede zien eindigen, ten voordele van het simpele Boom Bang-A-Bang. Ook de Nederlandse Lenny Kuhr kon een groot aantal juryleden overtuigen met een sterk optreden van haar haar dramatische lied De troubadour. Ook de Fransen deden het nog opnieuw erg goed, met een passionele vertolking van zangeres Frida Boccara. Deze vier liedjes uit vier landen zouden allemaal samen bovenaan eindigen.

Massiel

Lulu

Frida Boccara

België en Nederland

België werd voor de tweede keer vertegenwoordigd door Louis Neefs. De BRT was zo tevreden over hem en zijn prestatie twee jaar eerder, dat hij intern werd aangeduid. In de uitzending Nationale finale songfestival op 22 februari zong hij zes liedjes. Een jury, met voor het eerst ook een afgevaardigde van de Waalse RTB, koos voor Jennifer Jennings als Belgische inzending. In Madrid verging het Neefs even goed als in Wenen: opnieuw eindigde hij op een zevende plek. België was in 1967, 1968 en nu ook in 1969 mooi zevende geëindigd, maar Neefs kreeg vooral aandacht voor zijn opmerkelijke armbewegingen.

Louis Neefs

Nederland had zich bijna net als Oostenrijk teruggetrokken, maar nam toch deel, en werd dus vertegenwoordigd door Lenny Kuhr. Op 26 februari had zij het Nationaal Songfestival gewonnen. Aan de voorronde namen tien liedjes deel, en een Nederlandse en een ‘internationale’ jury, bestaande uit werknemers van buitenlandse ambassades in Nederland, gaven elk evenveel punten. Kuhr won met slechts één punt voorsprong op haar naaste concurrente Conny Vink. De Nederlandse delegatie voor het songfestival bestond dit jaar voor het eerst niet uit vaste dirigent Dolf van der Linden: hij bleef thuis omdat hij niet naar een dictatuur wilde afreizen.

Lenny Kuhr

De pauze en de punten

Na een filmpje om Spanje aan te prijzen als toeristische bestemming dat als pauze-act fungeerde, was het tijd voor de stemming. De landen stonden in het Spaans op het scorebord, wat het niet eenvoudig maakte voor de commentatoren. De stemming was ook uiterst spannend, en de gehele top vier leek te kunnen winnen. En dat gebeurde uiteindelijk ook: de Finse jury gaf één punt aan de Britse inzending, waarmee die samen met de Spaanse, de Nederlandse en de Franse op achttien punten stond. Er waren vier winnaars.

Het publiek barstte uit in een ovatie, maar werd nadien angstvallig stil. Presentatrice Laurita Valenzuela vroeg tot twee keer aan de EBU Supervisor, Clifford Brown, wat er nu zou gebeuren, en hij kon alleen maar herhalen dat er vier winnaars waren. De vier winnende artiestes kwamen het podium op en kregen elk een prijs mee naar huis, die oorspronkelijk bedoeld waren voor de componisten en tekstschrijvers. Uit heel Europa klonk gemor op de viervoudige zege, en het Eurovisiesongfestival ging met sombere wolken de jaren ’70 in.

Het scorebord

De puntentabel met de gegeven en ontvangen punten per land vind je hieronder terug:

Resultaten

Advertentie