Ex-deelnemers

EX-DEELNEMERS

50 jaar geleden: het Songfestival met vier winnaars

Op vrijdag 29 maart is het exact een halve eeuw geleden dat het meest omstreden Eurovisiesongfestival ooit plaatsvond. Niet eens omwille van de toenmalige reputatie van het gastland, maar wel door de uitslag: niet een, niet twee, niet drie, maar vier landen wonnen.

In 1968 had de Spaanse Massiel tot grote verbazing én walging van velen nipt het ESF gewonnen. Ze had eigenhandig topfavoriet Cliff Richard met één punt verschil verslaan en zegevierde met haar song La la la. Spanje mocht het Songfestival het jaar nadien organiseren, maar dat was minder evident dan het zou lijken: anno 1969 was Spanje nog steeds een dictatuur, met ijzeren hand bestuurd door generaal Franco. Uiteindelijk bleef Oostenrijk principieel thuis, maar alle andere landen namen wel deel.

Kleurentelevisie

Alle registers werden opengetrokken om van het Songfestival 1969 een groot succes te maken: de wereldberoemde artiest Salvador Dalí maakte een sculptuur voor het podium en er werden kleurencamera’s gehuurd om de finale met de nieuwste technologie uit te zenden – ondanks het feit dat kleurentelevisie in Spanje zelf nog niet bestond op dat moment. Maar het grootste schandaal voltrok zich pas aan het einde van het ESF: na de stemmen van de laatste jury hadden zowel gastland Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Frankrijk alle vier achttien punten, het hoogste aantal. Er was nog geen regel die voorzag wat er moest gebeuren in het geval van een ex aequo. De presentatrice wist niet wat ze moest doen en riep dan maar verbouwereerd de vier winnaressen een voor een op het podium.

play

De Britse Lulu (foto links), de Spaanse Salomé (tweede van links), de Franse Frida Boccara (tweede van rechts) en de Nederlandse Lenny Kuhr (rechts) verschenen alle vier op het podium en werden gefeliciteerd door Massiel uit 1968 (midden). Ze zongen allemaal hun winnend liedje nogmaals en daarmee was de uitzending afgelopen. Maar de kritiek op de viervoudige overwinning en het stemsysteem was enorm. Een kwart van de deelnemende landen stuurde het volgende jaar zijn kat (maar keerde nadien weer terug). Meer informatie over het beruchte Songfestival 1969 vind je terug op onze uitgebreide geschiedenispagina’s.

Boos op de Belgen?

Twee van de winnaressen van toen gaven onlangs nog een interview over hun ervaringen van een halve eeuw geleden. De Spaanse Salomé beweert dat ze zich niet had beziggehouden met de punten en plots naar het podium werd geduwd toen bleek dat ze gewonnen was. Ze steekt ook niet onder stoelen of banken dat Un jour, un enfant, het winnende lied van Frida Boccara, haar favoriet was, en dat ze nog steeds niet tuk is op De troubadour: ‘Telkens ik het lied hoorde dacht ik: Maar hoe kan daar iemand op stemmen? Het was vreselijk‘, aldus Salomé in een Spaans tijdschrift. Ze praat ook over haar outfit die veertien kilogram woog, het luxueuze hotel en de decadente feestjes die de Songfestivalweek in 1969 domineerden.

Lenny Kuhr, met het volgens Salomé ‘vreselijke’ De troubadour, sprak onlangs in de Nederlandse krant De Telegraaf. ‘Het is onwezenlijk als je wint’, zegt Kuhr. ‘Ze moesten me bijna een duwtje geven om me het podium op te krijgen. Je leeft in een roes. Maar het was een prachtig moment. Dat je goud wint voor je land is heel bijzonder.’ Nederland kreeg toen slechts één van de beschikbare tien punten van de Belgische jury. ‘Van België verwacht je toch dat je als buurland enige punten krijgt. Dat is toch een beetje een ongeschreven regel‘, zegt ze daarover. De eerder sensationele kop werd door de zangeres zelf niet gesmaakt, zo bewijst onderstaande tweet.

Wat nu met ex aequo’s?

Als toemaatje: na het debacle van 1969 werd een regel ingevoerd om ex aequo’s in de toekomst te vermijden, al veranderde die enkele keren doorheen de decennia. In de jaren ’70 en ’80 gold dat alle liedjes met evenveel punten op de eerste plaats opnieuw moesten worden gebracht, en dat elke jury een punt moest geven aan zijn favoriet. Als er dan weer een ex aequo was, waren er nog steeds meerdere winnaars. Eind jaren ’80 ruimde die regel plaats voor een nieuwe: het aantal twaalf punten geeft de doorslag, en als dat aantal gelijk is, wordt gekeken naar de tien punten, enzovoort. Die regel werd toegepast in 1991, toen de Zweedse Carola en de Franse Amina beiden bovenaan eindigden met 146 punten. Carola trok aan het langste zeel.

In 2003 werd de regel weer veranderd: er werd eerst gekeken naar het aantal keren dat een land punten had gekregen van andere landen. Pas als dat aantal gelijk was, werd gekeken naar de topscores. Drie jaar terug veranderde de puntentelling en kwam er weer een regel bij. Sindsdien worden bij ex aequo’s de punten van jury en publiek bij elkaar opgeteld, om dan alle andere regels pas te laten gelden: eerst kijken naar het land dat het vaakst punten kreeg, dan indien nodig naar de topscores. In het zeer onwaarschijnlijke geval dat twee of meer landen identieke punten ontvingen, wint het land dat het vroegst optrad in de uitzending.