Na de inval van het Russische leger in Oekraïne rijst binnen Eurovisiekringen de vraag wat de gevolgen zullen zijn voor de deelname van beide landen aan het komende Songfestival in Turijn. De EBU verwelkomt vooralsnog beide landen.

In een reactie aan de Zweedse openbare omroep SVT benadrukt de Europese omroeporganisatie dat het Songfestival in de eerste plaats ‘een niet-politiek cultureel evenement’ is. ‘Het doel van de wedstrijd is om naties te verenigen en diversiteit te vieren met muziek. Rusland en Oekraïne zijn eerder uitgenodigd en voorlopig zijn we van plan beide landen in mei te verwelkomen’, klinkt het.

Het is echter nog maar de vraag of beide landen daadwerkelijk aan de startblokken zullen verschijnen. Op het moment van schrijven is er nog geen nieuws over een Russische kandidaat voor Turijn, terwijl Oekraïne na een zoveelste tumultueus verlopen preselectie uiteindelijk vooralsnog een inzending heeft.

Waarden van de EBU

Als het aan de Oekraïense openbare omroep UA:PBC ligt, is Rusland er alvast niet bij in mei. Sterker nog: in een persmededeling pleit ze ervoor om de twee Russische publieke omroepen uit de EBU te verbannen. De UA:PBC stelt dat de omroepen ‘de spreekbuis van het Kremlin en een belangrijk instrument van politieke propaganda’ zijn, wat indruist tegen de waarden van de EBU over onafhankelijke berichtgeving en vrije meningsuiting. Verder schrijft de UA:PBC het volgende: ‘In plaats van de waarden van de EBU te volgen, verspreiden deze omroepen voortdurend en systematisch verkeerde informatie, schenden ze journalistieke normen, verspreiden ze vijandigheid en vormen ze een leidend element in de informatieoorlog van de Russische regering tegen Oekraïne en de rest van de beschaafde wereld.’

Tot slot merkt de Oekraïense omroep fijntjes op dat vorig jaar nog de omroep van Wit-Rusland ook al uit de EBU (en dus ook het Eurovisiesongfestival) werd gezet, en dat er dus een duidelijke, recente precedent is. Of en hoe de EBU verder zal reageren, is vooralsnog af te wachten.