Opinie
Onze redactie aan het woord: is Songfestival ‘beter’ of ‘slechter’ geworden afgelopen decennium?
Aan het einde van een decennium blikken we niet enkel terug op het afgelopen jaar. In een reeks analyses, opinies en overzichtsartikels richten we onze kijk op de jaren ’10 op de grootste muziekwedstrijd ter wereld. Hoe is het ESF geëvolueerd, en wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? Op die en tal van andere vragen proberen we antwoorden te geven. In dit stuk kijken we naar de vraag in hoeverre het Songfestival positief dan wel negatief is geëvolueerd.
Gerry: ‘More is less of less is more?!’
‘Petra Mede die oprees uit de grond en de show in haar eentje aan elkaar praatte: het kon duidelijk met minder. Hoewel drie of vier presentatoren eerder regelmaat dan uitzondering was, werd dit decennium me duidelijk dat meer daarom niet beter is. De postcards hebben een enorme transformatie doorgemaakt door de artiesten actiever in beeld te brengen en wanneer ‘meer’ duidelijk ‘beter’ is dankzij de Zweden die de clips visueel en grafisch zoveel keren beter maakten (2016). Ook in Tel Aviv dit jaar zagen we sterke postcards. Ik wil meer van dat! Ook de vlaggenparade heeft zijn intrede gemaakt waarmee de finale geopend wordt. Het ene jaar is die al spectaculairder dan het andere, maar intussen is ze zo onmisbaar geworden en een reden meer om in die finale te staan. Het Songfestival heeft door de komst van led-technologie en projecties visueel een sterke verandering doorgemaakt waardoor meer dan ooit een act visueel even sterk moet zijn als de song. Hoewel Duncan na zijn overwinning ‘Music first’ aanhaalde, is het Songfestival al lang niet enkel en alleen nog een festival waar het om de song draait. Meer en meer is het een gebalanceerde oefening van een goede song, act en een sterk optreden en daar ben ik niet rouwig om.’
Gunther: ‘Populairder geworden’
‘Waar vroeger nog werd gelachen met het Songfestival, wordt het festival sinds de laatste tien jaar toch veel serieuzer genomen. Ik zie meer en meer grotere namen in de muziekwereld deelnemen aan de wedstrijd. Op muzikaal gebied merk ik toch ook een duidelijke evolutie in de kwaliteit van de Europese deuntjes. Dat er elk jaar een lachertje tussen zit, daar moeten we mee leren leven, denk ik. Sinds de opkomst van sociale media is het aantal fans ook ontzettend toegenomen, wat zowel een positief als negatief puntje kan zijn. Positief is dat het bereik veel groter is geworden, negatief is dat iedereen plots een kenner is geworden en zijn mening online kan gooien. Conclusie? Het Songfestival kende een boost in populariteit en volgens mij gaat dit alleen maar in stijgende lijn gaan.’
Jasper: ‘Geraakt aan de heilige huisjes zoals Rusland en Azerbeidzjan’
‘Waar het Songfestival op het einde van de jaren 2008 en 2009 in grote ademnood zat, heeft het festival de afgelopen tien jaar een mooie evolutie doorgemaakt. De vele mogelijkheden op het podium lijken eindeloos, waardoor het Songfestival laat zien wat voor een indrukwekkende tv-show het is. Omroepen, artiesten en kijkers hebben dat in mijn ogen ook opnieuw ontdekt. Zo is de kwaliteit op het vlak van inzendingen er toch op vooruit gegaan. Natuurlijk is er nog bagger, maar een handvol liedjes hebben ieder jaar potentieel. Daarvoor krijg je dan als land een mooie beloning. Waardoor er dit decennium toch geraakt is aan enkele heilige huisjes. Rusland, Griekenland, Azerbeidzjan … hebben met matige tot slechte liedjes de finale niet gehaald. Terecht. Terwijl onder andere Portugal, Noord-Macedonië, Albanië en Bulgarije wel eindelijk eens gescoord hebben. Is het Eurovisiesongfestival daardoor weer eerlijker geworden? Wie weet, al moet de organisatie er over blijven waken dat de huidige stemprocedure meegaat met zijn tijd en transparant genoeg is. 2019 heeft bewezen dat er best nog werk aan de winkel is. Gelukkig staat er in Rotterdam een ijzersterk team klaar om dat eerste festival van het nieuwe decennium te laten knallen. Hopelijk zetten ze een trend!’
Jonas: ‘Alles was mogelijk’
‘Het Eurovisiesongfestival lijkt mij in een positieve richting te zijn geëvolueerd dit decennium. Een van de dingen die mij verbaasd hebben dit decennium is de nieuwe puntentelling. Ik was er eerst vrij sceptisch over, omdat ik het ongelooflijk jammer vond dat de traditionele puntentelling zou worden omgegooid maar ik heb deze mening toch moeten bijstellen. De spokesperson is er nog altijd, weliswaar minder lang, maar blijft toch een onderdeel van het gebeuren. Daarnaast is het ook spannend tot op het laatste moment. Ik kan me sinds 2016 geen saaie stemming meer herinneren. Het doet me ook plezier om te zien dat dit toch wel het decennium is geweest waarin alles mogelijk was. Van Bulgarije en Portugal tot Nederland kregen we verrassingen. Als je er als omroep echt volledig voor gaat, lijkt alles mooi op zijn plaats te vallen en betover je iedereen, ongeacht je geografische ligging en buurlanden, zo bleek de afgelopen tien jaar. Hopelijk werpt het werk van de Belgische delegatie volgend jaar – en in de komende jaren – zijn vruchten af en kunnen we binnen tien jaar terugblikken op een prachtig Belgisch verhaal.
Jonathan: ‘Professioneler én licht verteerbaar’
‘Ondanks het stagnerende aantal deelnemende landen en de drie gelijkaardige liveshows naar mijn gevoel in steeds kleinere zalen, heb ik toch het gevoel dat het Songfestival veel groter is geworden. Sociale media zijn een zegen gebleken om de wedstrijd een nieuwe (online) identiteit te geven die ook expliciet een jong publiek aanspreekt en de glow het hele jaar door te laten branden. Je ziet ook bij omroepen, zoals de VRT, die sociale media actief gebruiken om hun Songfestivalinzending en de wedstrijd als geheel te promoten naar een breder publiek. Ondanks enkele magere Belgische jaren durf ik stellen dat de reputatie van het Songfestival bij ‘de publieke opinie’ beter is dan een decennium geleden. Er zijn meer serieuze artiesten en liedjes die de wedstrijd professioneler maken – maar voor elke Duncan Laurence blijft er ook een Serhat deelnemen. Het is net die mix van kwaliteit en pulp die de liveshows licht verteerbaar houdt voor een groot publiek en die moet zeker gewaarborgd worden. Ik besluit dat het Songfestival als geheel ten goede is geëvolueerd, met meer fans én meer kwaliteit.’
Matthias: ‘Meer openheid en communicatie nodig’
‘Onder Jon Ola Sand is het Songfestival grootgemaakt. Er zijn landen teruggekeerd en er is een nieuw land bijgekomen. Zaken zoals het stemsysteem en de loting voor de helften van de shows zijn aangepast. Daarentegen vind ik dat er nog zaken verbeterd kunnen worden, al weet EBU dat ook wel. Om te beginnen moet de kostprijs voor deelnemende landen omlaag. Dat zou er misschien ook meteen voor kunnen zorgen dat een aantal kleinere landen terugkeert. De ticketverkoop zou ook beter georganiseerd moeten worden. Er is niet duidelijk hoeveel tickets per categorie er zijn en de online wachtrijen zijn dikwijls een ramp. De EBU moet er ook over waken dat het festival niet te politiek wordt. Nu al sluipt hier en daar politiek in het festival. Loreen die op bezoek gaat bij mensenrechtenactivisten, Israël dat het Songfestival organiseert, Oekraïne dat zich terugtrekt omdat zijn kandidaat in Rusland wil blijven optreden en nu op voorhand vraagt dat kandidaten beloven niet in Rusland op te zullen treden, het winnende lied van Jamala dat op het randje van politiek is, de Palestijnse sjaals van Hatari … De EBU reageert soms wel, maar dikwijls ook niet en soms heel laat. Er is meer openheid en communicatie nodig, over alle onderdelen van het festival.’
Philip: ‘Zowel de act als het nummer zijn van cruciaal belang’
‘Het Songfestival is sinds zijn ontstaan sterk geëvolueerd, van een pure liedjeswedstrijd naar een visueel spektakel. Daar waar in de jaren ’70 Nicole en Hugo nog voorlopers waren in het neerzetten van een dansact, is tegenwoordig een nummer zonder visuele ondersteuning niet meer mogelijk. Dat het Songfestival groter is dan ooit valt niet te ontkennen, een stagnatie van het aantal deelnemende landen zorgt niet voor een afname aan kwaliteit of showgehalte. Het festival is geëvolueerd van een liedjeswedstrijd naar een totaalspektakel waar zowel de act als het nummer van cruciaal belang zijn. Uitspraken zoals die van Salvador Sobral en Duncan Laurence dat het festival terug moet naar de essentie en zich moet concentreren op de muziek, zijn nobel, maar niet realistisch. Het terugdraaien van de klok zou geen goed doen aan het imago van het festival. Het afgelopen decennium zijn ook de westerse landen dit meer en meer beginnen inzien: waar we in de jaren ’00 hoofdzakelijk Oostbloklanden de hoogste posities in het klassement zagen wegkapen, hebben de westerse landen in de jaren ’10 hun draai teruggevonden. Ook België en Nederland beseffen ondertussen dat een totaalpakket nodig is om een goede beurt te maken op het festival. Nederland heeft zijn vijfde overwinning daardoor in de wacht kunnen slepen, het wordt nu tijd voor die tweede overwinning van België.’
Roel: ‘Moeite doen voor een inzending loont’
We ontvingen ook opinies van twee lezers, die we graag ook meegeven:
Nando: ‘Eindelijk echt spannend tot de laatste seconde’
‘Salvador Sobral en Duncan Laurence doen bij velen een belletje ringelen. Na de kitsch van de jaren ’00, is het nu algemeen geweten: een goede song kan het Songfestival winnen, punt. De wedstrijd heeft aan kwaliteit gewonnen, zonder in te boeten aan glitter en vuurwerk. De technologische evolutie van de voorbije jaren heeft een sterke act onmisbaar gemaakt. Een goede song mag dan wel het hoofdingrediënt zijn, het Eurovisiesongfestival blijft een televisieshow. Het oog wil ook wat. Wat ik persoonlijk een erg toffe evolutie vind, is het feit dat de show veel spannender is geworden. Landen als Portugal en Bulgarije hebben aangetoond dat je geen Rusland of Zweden moet zijn om goed te scoren. Meer landen zijn in de running voor plaatsen in de hoge regionen van het scorebord. Combineer dit met het nieuwe stemsysteem uit 2016, en de show is eindelijk écht spannend tot op de laatste seconde. Wie weet zien we in het nieuwe decennium een nagelbijter van formaat: Slovenië springt op het laatste moment boven IJsland en San Marino in het klassement …’
Dirk: ‘Laat juryleden uit landen buiten Europa stemmen’
‘Sinds Songfestivalfan van rond de eeuwwisseling heb ik het festival in een waar visueel spektakel zien veranderen, waarbij innovatie en technologie ook de laatste tien jaar een serieuze opmars hebben gezien. Daardoor is het ook meer met de tijd meegegaan en spreekt het Songfestival ook een nieuwe generatie van jongeren aan, wat belangrijk is voor het voortbestaan van de wedstrijd. In het afgelopen decennium valt het me dan ook op hoe een song valt of staat met een visuele act. Omroepen moeten beduidend veel meer energie en tijd insteken in hun inzending om de rest van Europa echt te overtuigen. Een probleem dat me echter zorgen baart is de vocale kwaliteiten van vele live-optredens; is het druk en stress die artiesten te veel wordt, of worden er geen zangtechnieken meer aangeleerd? Ik verdenk veel artiesten ervan gebruik te maken van ‘stemvervormers’, maar dat kan toch niet de bedoeling zijn? Verder hebben we een 50/50-stemming zien evolueren waardoor wel degelijk kwaliteitsvolle songs beter werden beloond, maar de Europese samengestelde jury’s zijn niet objectief genoeg naar mijn zin. Die zouden kunnen vervangen worden door juryleden uit landen buiten het continent Europa, die dan samen met stemmend Europa de winnaar bepalen. De toekomst zal dat moeten uitwijzen!’