Opinie
Nee, Sennek en de VRT hebben niet gefaald
België heeft gisterenavond de finale van het Songfestival 2018 niet gehaald. Sennek en A Matter of Time behaalden onvoldoende punten om zich in de top tien te plaatsen. Maar laat dat alle prestaties van de afgelopen jaren niet teniet doen, zegt onze redacteur Jonathan. Dit artikel werd ook gepubliceerd op vrtnws.be.
Na drie vette jaren met opeenvolgende eindnoteringen in de top tien van de finale (4e met Loïc Nottet, 10e met Laura Tesoro en 4e met Blanche), heeft deze uitschakeling een wrangere nasmaak. Meteen krijgen Sennek, de VRT en het Songfestival behoorlijk wat kritiek te verwerken. De outfit van Sennek was toch niet geweldig. De VRT kan het belastinggeld beter en nuttiger spenderen. En dat Songfestival, dat is toch gewoon een Oost-Europees circus? Eenvoudige kritiek formuleren is altijd gemakkelijk – maar waar liep het nu echt fout?
95% op punt
Het eenvoudige antwoord is: het visuele aspect. Ja, de wedstrijd heet Eurovisiesongfestival, en ja, de song moet primeren. Maar al ruim zestig jaar is de wedstrijd in de eerste plaats een televisieprogramma. Zonder een overtuigende act op het podium, zakt elke steengoede song in elkaar. A Matter of Time is daar (helaas) een pijnlijk voorbeeld van gebleken. Landen die wel doorgingen naar de finale, zoals Estland, Bulgarije en Israël, hadden vanaf de eerste repetitie al een uitgekiende podiumact die 95% op punt stond. Enkel kleine details en camerashots hier en daar moesten nog gewijzigd worden.
Bij de Belgische delegatie dit jaar leek er geen eenduidigheid te bestaan over hoe ons Songfestivallied eruit moest zien op tv. Er leek te weinig tijd en aandacht te zijn gekropen in het voorzien van een visueel interessant optreden. De act was simpelweg onvoldoende spannend om de modale Europese televisiekijker aan het scherm gekluisterd te houden, en ook het eerder povere camerawerk hielp de zaken niet vooruit. België zat in een sterke halve finale met bijna alle topfavorieten van dit festival. Zij hadden allemaal extraatjes op het podium bij hun lied, om te blijven hangen bij de kijkers. België had dat niet of onvoldoende, en greep zo naast een finaleplek.
Amper intimiteit
Onder meer de speciale zijpodia van Tsjechië, de camera-effecten van Bulgarije, het draaiende rad van Finland en het verhoogde podium van Oostenrijk zorgden ervoor dat de acts van die landen opvielen en boven het maaiveld uitstaken. Dergelijke props hebben niets te maken met een circus. Ze zijn gewoonweg noodzakelijk om tot de verbeelding te kunnen spreken van pakweg de gemiddelde Macedoniër of IJslander in zijn huiskamer, die uit een groot aantal songs een of enkele favorieten mag kiezen om op te stemmen. Kijk ook naar de Portugese winnaar van vorig jaar, Amar pelos dois van Salvador Sobral, waarbij bezwaarlijk de omschrijving circus van toepassing is. Er leek niets te gebeuren, maar ging het net om een tot in de puntjes uitgewerkte act qua podiumbelichting, -achtergrond en camerawerk. Zo slaagde Portugal erin bij miljoenen kijkers een gevoelige snaar te raken, en met overmacht te winnen.
Het is bij die sfeerschepping waar het misliep voor België. Andere kalmere liedjes van deze halve finale, zoals When We’re Old uit Litouwen, visten deels in dezelfde stemmenvijver als onze Belgische inzending. Van dat lied werd weinig verwacht, maar het verraste door de uitgekiende act waarbij de belichting en het camerawerk in combinatie met de hologrammen de nodige intimiteit gaven. Bij A Matter of Time was er amper intimiteit en mysterie te bemerken. Daarbij kun je je de vraag stellen of het überhaupt mogelijk was om met de podiumsetting voor ogen, Sennek op de catwalk tussen het publiek en hun beruchte vlaggen, de intieme sfeer te creëren die haar lied zo nodig had.
Ook het riedeltje dat enkel landen uit Oost-Europa succesvol op het Songfestival zijn, gaat al lang niet meer op. Zweden, Denemarken, Oostenrijk en Portugal wonnen vier van de laatste vijf edities, en kunnen bezwaarlijk Oost-Europese stemmenkanonnen worden genoemd. En gisterenavond bleven landen als Azerbeidzjan, Griekenland en Armenië, die traditiegetrouw op veel bijval van diasporastemmen kunnen rekenen, óók buiten de top tien. Andere landen die net als België weinig vriendjes hebben die traditiegetrouw hoge punten aan mekaar toespelen als Tsjechië, Litouwen en Oostenrijk gingen wel door. En dat net omdat die landen op de proppen kwamen met podiumacts die visueel interessant genoeg waren om zich te onderscheiden.
Opgeheven hoofd
De afgelopen Songfestivals hebben geleerd dat elk land goed kan scoren met een sterke song en dito act. Óók België. De VRT gebruikte dit jaar een nieuw concept waarbij volledig werd ingezet op één artiest en één lied, met alle artistieke vrijheid. Uiteindelijk werd de finale niet gehaald, maar toch gaat het te ver om te stellen dat de VRT en Sennek dan maar gewoonweg gefaald hebben. We werden vertegenwoordigd met een kwalitatief lied gezongen door een sterke zangeres, waar we voor eeuwig en drie dagen trots op mogen zijn. We verlaten Lissabon vroegtijdig, maar met opgeheven hoofd.
Laat deze uitschakeling geen vrijbrief zijn om de oude Eurosongs van weleer weer op het scherm te brengen, waarin kijkcijfers soms leken te primeren op de zoektocht naar een overtuigend Belgisch Songfestivallied. Laat de VRT dit concept rustig evalueren en verfijnen voor de editie van 2020 (want volgend jaar is de RTBF aan zet), en het niet zomaar op de schop laten gaan. Laat ons verdergaan op het elan van 2018, en in 2020 iets meer de focus leggen op het visuele aspect om een sterk lied te complimenteren. Maar bovenal: laat ons fier blijven op onze Sennek en de prestatie van haar en de VRT. Het is slechts A Matter of Time voor Sennek ons van de sokken blaast met een nieuwe steengoede song, en België weer ergens mooi bovenaan dat Songfestivalscorebord zal prijken.