Weg met de ‘PED’! (1): Teach-In, de negen magere jaren & politiek
Misschien ben je na het afgelopen songfestival, en de gedachte dat we weer een vollédig jaar moeten wachten op de volgende editie, ook geteisterd door de zogenaamde Post Eurovision Depression, of PED. Om daar iets aan te doen strikten we de Nederlander Dave Boomkens om ons deze week te gidsen doorheen Het Grote Songfestivalboek, dat hij als co-auteur schreef en vorig jaar uitgaf. Vind je de info en weetjes leuk? Dan hebben we goed nieuws, want dit weekend verloten we twee exemplaren van het boek op onze Facebookpagina. (Foto: Eurovision.tv)
Vorig jaar verscheen bij onze noorderburen Het Grote Songfestivalboek. Auteurs Richard van de Crommert en Dave Boomkens gingen op zoek naar nog nooit eerder vertelde verhalen over het Eurovisiesongfestival en interviewden ruim 45 betrokkenen. Van Nederlandse oud-deelnemers als Getty Kaspers, Lenny Kuhr, Edsilia Rombley en Joan Franka), discjockeys, delegatieleiders, dirigenten tot tientallen fans. Het leverde een onthullend en succesvol boek op dat enkele weken op nummer-1 stond in de categorie Muziek van internetwinkel Bol.com en werd het boek voorgesteld in verschillende Nederlandse televisieprogramma’s.
Ding-a-Dong
‘Ik wil proberen de mannen nog één keer verleiden samen op te treden,’ zegt Getty Kaspers begin november 2014 gedecideerd. Als zangeres van Teach-In is ze in 1975 verantwoordelijk voor de laatste Nederlandse Songfestivalzege. Waar de Belgen vasthouden aan het 1986 van Sandra Kim, doen de Nederlanders dat aan het 1975 van Teach-In. In Nederland wordt Ding-a-Dong gezien als muziekgeschiedenis, een stukje nationale trots, maar toch had het niet veel gescheeld of Teach-In had nooit op het Songfestival gestaan. Zo verklapt muziekproducent Eddy Ouwens: ‘Ergens begin 1974 werd ik gebeld door een collega van mij. Hij had een groep zien optreden. Ze wilden gaan stoppen, maar punt was: ze waren steen-en-steengoed.’ Het is de start van een avontuur vol opzienbarende gebeurtenissen. Van terreurdreiging in Stockholm tot een uit de hand gelopen afterparty. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het uiteenvallen van de band ná het songfestival. ‘Ik heb dat hoofdstuk eigenlijk nooit af kunnen sluiten. We hebben er nooit meer over gesproken,’ vertelt leadzangeres Kaspers.
Anouk en de negen magere jaren
We gaan terug naar het Eurovisiesongfestival van 2013. ‘Tien landen mogen door naar de finale van zaterdagavond. Negen landen zijn bekendgemaakt. Net als de vorige acht jaar zat Nederland daar alweer niet bij. Zenuwslopend is het. Nog één plekje is er over. Aan het publiek ligt het niet. Die laat zijn voorkeur meer dan ooit blijken. Nu, ja nu, is het tijd om Nederland, na negen magere jaren, weer terug te krijgen in de eindstrijd van de grootste muziekshow ter wereld. Maar zeker is dat allerminst, want ook Servië lijkt goede papieren te hebben voor de grote finale.’ Inderdaad, het gaat hier over superster Anouk die zich in 2013 meldde bij de AVRO/TROS met een killersong van formaat. Hoewel menig omroep bij een artiest als Anouk in z’n handen zou knijpen, werd de zangeres – in eerste instantie – door de Nederlandse omroep geweigerd. Uiteindelijk was het toch Anouk die in Kopenhagen aantrad. Mét killersong Birds eindigde zij op een negende plaats. Opvallend detail: het allereerste lied – ooit gezongen op het Eurovisie Songfestival van 1956 – ging ook over vogels en was eveneens van Nederlandse makelij. De vogels van Holland was een lied van Annie M.G. Schmidt en werd gezongen door de Nederlandse zangeres Jetty Paerl die in 2013 overleed.
Politiek op het songfestival
‘We kunnen er simpelweg niet omheen. Verschillende bijdragen uit de Songfestivalgeschiedenis hebben tot controverse geleid.’ Eén van de vijftien politieke rellen die in Het Grote Songfestivalboek wordt besproken, is het gedoe rond de Israëlische inzending van 2000. ‘Wat krijg je als je de Pet Shop Boys en de Spice Girls combineert? Wil Europa dat überhaupt weten? Ja, dacht de Israëlische omroep toen zij de formatie Ping Pong een ticket naar Stockholm overhandigde. Dat het vrolijke gezelschap de Israëlische omroepbaas trauma’s zou bezorgen, hield op dat moment niemand voor mogelijk. Toch worden gevreesde nachtmerries bewaarheid en eindigt het optreden, op de avond van 13 mei 2000, in een smakeloze tragedie…’
Morgen deel twee van vijf.