DSVS 2016

DSVS 2016

DSVS: Onze experts over Montenegro, Oostenrijk & Tsjechië

In de laatste recensies van deze week een meer nauwkeurige blik op Highway, Zoë & Gabriela Gunčiková.

De afgelopen twee dagen kon je hier al recensies lezen over de liedjes uit Azerbeidzjan, Bosnië & Herzegovina en Cyprus en ook over Estland, IJsland en Malta.

Montenegro: Highway – The Real Thing

play

 

Dave Boomkens: Na twee zeer verdienstelijke jaren komt Montenegro met een onnavolgbaar lied ofwel rommelige rock. The Real Thing doet erg denken aan de liedjes die je vroeger voorbij hoorde komen als je FIFA ’04 speelde. En dan vooral aan dat ene liedje waardoor je op het verkeerde knopje drukte terwijl je op het punt stond een gouden wissel door te voeren. Zo’n nummer dus. Nee, de Montenegrijnse inzending van dit jaar is niet best en zal in de eerste halve finale – samen met San Marino – strijden om de rode lantaarn.

Stijn Depoorter: Snoeiharde gitaren, een schreeuwerige stem en een nietszeggende tekst … Een mens zou bijna heimwee naar Nickelback beginnen te krijgen. Neen, hier word ik niet wild van, next please. Het ideale moment om een nieuwe lading chips en borrelnootjes te halen in de nachtwinkel om de hoek.

Fabian Feyaerts: Dit is een buitenbeetje wat de intro betreft. Ik was benieuwd naar wat zou volgen. De nieuwsgierigheid werd nog eens opgedreven tijdens de strofe. Een mooie opbouw aan de hand van pompende beats, maar hoe snel dit nummer me mee trok, even snel laat het nummer me vallen in de refreinen. Het is een buitenbeentje en buitenbeentjes scoren soms wel wat punten, leert ons de geschiedenis van het songfestivalcircus.

Elke Van Huffel: Ook in Montenegro hebben ze de dubstep-truc ontdekt. Helaas, in hun geval. Geen idee waar de Montenegrijnse tv-bazen de jongens van Highway hebben opgepikt. Ik schat in het plaatselijke jeugdhuis, gehuld in weedwolken. Dit wordt het moment om naar het toilet te gaan – of eens goed te lachen. Al heeft mijn teer hartje toch ook wat medelijden met de kerels. Hun gratis reis naar Stockholm is hen dan ook van harte gegund.

Oostenrijk: Zoë – Loin d’ici

play

 

Dave Boomkens: Sinds haar derde plek in de voorronde van vorig jaar heb ik regelmatig naar het debuutalbum van deze Zoë Straub geluisterd met het idee dat zij met gemak in de voetsporen van Franse zangeressen als Indila en Louane kan treden. En dat dacht ik nog steeds toen ik hoorde dat zij met Loin d’ici opnieuw een poging wilde wagen om mee te doen aan het songfestival. Toch schrok ik van het optreden tijdens de Oostenrijkse finale: het suikerspinnendecor, de toegevoegde Siegelbeat en de angstige blikken in plaats van het Alizee-achtige. Ik hoop dat hier aan gesleuteld gaat worden. Zo niet, dan is de halve finale eindstation.

Stijn Depoorter: Een Alizéenummer dat door Coeur de Pirate wordt gezongen, zo kan ik Loin d’ici het best omschrijven. Zoë ziet eruit als een frêle prinses en ze zingt over een land hier ver weg vandaan. Een vleugje Disney op het songfestival moet kunnen vind ik, maar ik betwijfel of ze in Stockholm haar prins op het witte paard zal vinden. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand. Wie geeft er punten aan dit land?

Fabian Feyaerts: Leuk deuntje, ik word er vrolijk van, maar het is niet meer of niet minder dan een prettig niemendalletje. Is vrolijk worden genoeg voor een overwinning tijdens het Songfestival? Ik geloof dat ze dit jaar maar de helft van hun pijlen hebben afgeschoten. Of ze houden nog enkele pijlen achter om uiteindelijk, zoals Duitsland met Cascada of Nederland met de Toppers, op de proppen te komen met een nieuwe remix voor het songfestival. Alleen moeten ze, in tegenstelling tot destijds bij Duitsland en Nederland, met een sterkere versie afkomen.

Elke Van Huffel: Ook deze drie minuten van mijn leven krijg ik nooit meer terug. Voor een compleet onbegrijpelijke reden stuurt Oostenrijk dit jaar een Frans liedje. Zangeres Zoë ziet eruit als een Disney-prinses, maar daarmee is ook alles gezegd. Al ontwaar ik ook een K3-vibe: Loin d’ici doet het vast goed bij het piepjonge volkje. Laten we hopen dat Oostenrijk volgend jaar zijn roots niet verloochent, en een knappe bergbeklimmer in lederhosen stuurt. Dan is deze kemel volledig vergeven.

Tsjechië: Gabriela Gunčiková – I Stand

play

 

Dave Boomkens: Dit is ongetwijfeld de beste Tsjechische inzending die het Eurovisie Songfestival tot nog toe opgeleverd heeft. Of het doorstoot naar de finale is een tweede. I Stand valt en staat met de uitvoering die Gabriela Gunčíková straks in Stockholm aflevert. Buiten kijf staat dat het hier om een sferische popballade gaat, maar een echte uitblinker is het niet. In hetzelfde genre luister ik toch eerder naar de Kroatische Nina Kraljić.

Stijn Depoorter: Zowel het nummer als de videoclip beginnen veelbelovend maar eenmaal Gabriela het refrein inzet, verandert het nummer in het soort schreeuwerige ballade waarmee Christina Aguilera al moeite had om nog een hit mee te scoren. Aan Tsjechische pathos zal het dit jaar alvast niet ontbreken. En wat hebben we vandaag geleerd? Sometimes less is more.

Fabian Feyaerts: De intro heeft veel in zich en stelt zeker niet teleur. Het is een mooi nummer. Ik kijk vooral uit hoe dit nummer uiteindelijk op het grote podium zal gebracht worden. Hoe krijgt Europa dit nummer te zien? Dit is een nummer waar ik niet direct een sprekende act voor ogen haal. Geen topfavoriet voor de eerste plaats, al zou dit weleens in de eerste helft kunnen eindigen. Kunnen…

Elke Van Huffel: Save the best for last: Tsjechië pakt uit met ‘I Stand’, een ballade die alle concurrentie wegblaast. De zangeres komt – net zoals onze eigenste Laura – uit het talentenjachtencircuit, maar om Gabriela bij te benen moet de Belgische zangeres toch nog wat boterhammetjes eten. Wat. Een. Stem. Tevens een uitstekende soundtrack om melancholisch uit het raam te turen, glas wijn in de hand, traan biggelend over je wang. I stand here, just because of you. Santé.

Morgen en overmorgen kun jij jouw rangschikking maken en met ons delen!

Advertentie