Opinie

OPINIE

Is aan slechts tien landen punten geven te weinig?

Iedereen kent de manier van punten geven tijdens het Songfestival. Door elk land worden door de jury en de televote-punten van één tot en met acht, een tien en tot slot de befaamde twaalf punten uitgedeeld. Zo worden telkens tien deelnemers gelukkig gemaakt, maar krijgen de overblijvers ook helemaal niets. Zou het niet fijner én eerlijker zijn mochten meer of alle landen punten kunnen krijgen?

De manier van stemmen tijdens het Eurovisiesongfestival is sinds de eerste editie in 1956 vele malen veranderd. In 1975 werd voor het eerst gebruik gemaakt van de scores van één tot en met acht, tien en twaalf. Die punten werden dat jaar door een vakjury uitgedeeld.

Meer deelnemers

In 1975 vaardigden negentien landen een inzending voor de twintigste editie van het Eurovisiesongfestival af. Hierdoor kregen net iets meer dan de helft van de deelnemers punten van elk land. Sinds de terugkeer van Italië naar het Songfestival in 2011 zijn er minstens 25 finalisten. Aangezien nog altijd maar tien landen in de prijzen vallen, krijgen nu een pak minder dan de helft van de deelnemers punten per land. De vraag zou dus gesteld kunnen worden waarom het aantal uit te delen punten niet samen met het aantal deelnemers is gestegen.

Een groter aantal landen voor evenveel punten betekent meer concurrentie. Hierdoor krijgen deelnemers gemiddeld van minder landen punten. Dit kan de bekendmaking van de punten minder aangenaam maken voor deelnemers die maar van een heel klein aantal landen punten krijgen. Een mooi voorbeeld hiervan is dat België tijdens de finale dit jaar op de dertiende plaats eindigde bij de jury en toch maar van zeventien van de achtendertig mogelijke landen punten kreeg.

Diversiteit in smaak

Als landen dan nog eens jaarlijks punten reserveren voor hun buurlanden, dan wordt het voor kleinere landen moeilijk om zich in een top tien te wringen. Hoe zeldzamer punten worden, hoe groter de invloed van de zogenaamde vriendjespolitiek.

Mochten landen allemaal dezelfde voorkeuren hebben, kan er verwacht worden dat er een aantal landen met nul punten zouden eindigen. Tijdens de liveshows is het echter nog niet vaak gebeurd dat deelnemers met lege handen naar huis moeten. Per land vallen er minder punten te rapen, maar er zijn wel meer landen die punten mogen uitdelen. De diversiteit in smaak heeft meestal de nul punten van het scorebord kunnen weren. Dit jaar was dat niet toch genoeg voor Spanje, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk bij de televoting. Dat zien zowel de artiesten als de kijkers thuis niet graag gebeuren.

Verloren stem

Theoretisch gezien zou een land telkens op de elfde plaats kunnen eindigen in een rangschikking en toch zonder punten en dus op de laatste plaats kunnen eindigen. Dat zou natuurlijk geen correcte weergave zijn van het stemgedrag. Ook al valt die oneerlijkheid in de praktijk grotendeels weg, toch treft het onrecht een aantal landen, zoals Azerbeidzjan dit jaar. Bij de publieksstemming eindigde het land op een zeventiende plaats, maar rangschikten twintig landen het minstens twee plaatsen hoger en maar twee landen minstens twee plaatsen lager. Dat komt omdat het land bij drieëntwintig landen in de top vijftien stond, maar slechts van twaalf landen punten kreeg.

Het huidige stemsysteem zorgt ervoor dat een groot deel van de stemmen geen invloed heeft op het eindresultaat. Dat wordt geïllustreerd door de vier landen die van de televoting nul punten kregen. Van de vier landen deed Duitsland het veruit het beste met slechts vier keer een plaats buiten de top twintig ten opzichte van vier plaatsen binnen de top twintig voor Spanje en Nederland en vijf noteringen erbinnen voor het Verenigd Koninkrijk. Eenmaal een land buiten de top tien valt, worden onderlinge verschillen tussen deelnemers dus helemaal uitgewist.

Dat fenomeen is ook bekend bij de kijkers. Hierdoor kan het zijn dan mensen niet op hun echte nummer één stemmen als die niet veel kansen wordt toegedicht. Mensen zouden dan kunnen veranderen naar hun favoriet van de kanshebbers op de eindoverwinning volgens de bookmakers zodat hun stem zeker mee zal tellen.

15 points go to…?

Er zijn redenen genoeg om na te denken over een alternatief stemsysteem dat aangenamer en eerlijker is. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om aan meer, bijvoorbeeld de beste vijftien landen, punten te geven. Zo blijft de manier van bekendmaken van de stemmen zo goed als gelijk en krijgen telkens meer dan de helft van de deelnemers punten van elk land. Met dit systeem zou Nederland dit jaar nog altijd geen punten hebben gekregen van de televoting, met een achttiende plaats bij het Belgische publiek als beste notering. Duitsland zou dit jaar wel een aantal punten hebben gekregen met twaalf keer een plaats in de top vijftien. Spanje en het Verenigd Koninkrijk zouden gered worden door respectievelijk Portugal en Malta. Bovendien zou er nagedacht moeten worden over welke vijf extra scores er bijkomen wat het afscheid van de befaamde twelve points zou kunnen betekenen.

Alle landen punten geven lijkt een andere logische keuze. Hierdoor zou elke stem doorwegen op het eindresultaat zodat deelnemers een eindklassering zullen hebben die beter strookt met het stemgedrag en zal geen enkel land zonder punten eindigen. De vraag blijft dan wel of het krijgen van punten niet minder speciaal zal worden. Bovendien moet er gezocht worden naar een manier om de spanning tijdens de bekendmaking van de punten te behouden en zullen de douze points ook hier het wellicht niet overleven.

Zwakte én sterkte

Er zijn een aantal nadelen verbonden aan de huidige manier van stemmen op het Eurovisiesongfestival. Dat is nu eenmaal inherent aan wedstrijden en verkiezingen. Kijk maar naar de play-offs in het voetbal of het systeem van kiesmannen bij de Amerikaanse verkiezingen. Toch is stilstaan niet altijd ideaal, zeker als er een aantal alternatieven zijn die een deel van de zwaktes van het huidige systeem zouden kunnen wegnemen. Jammer genoeg hebben die zelf andere pijnpunten. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met de tradities die in overvloed aanwezig zijn bij het Songfestival. Bovendien hebben de nadelen van het stemsysteem vooral een invloed op de deelnemers lager in het eindklassement en niet op de uiteindelijke winnaar.

Momenteel wegen de nadelen van het huidige stemsysteem nog net niet genoeg op tegen de voordelen ervan om nu direct grote veranderingen door te voeren. Toch zal het belangrijk zijn de resultaten van de komende Songfestivals te analyseren en indien nodig het stemsysteem aan te passen. Er lijken minstens twee mogelijke alternatieven op tafel te liggen die mits wat aanpassingen een waardig alternatief zouden kunnen zijn.

Hooverphonic is onze Songfestivalkandidaat van 2021. Ontdek dankzij alle verhalen in ons boek ’65 jaar België op het Songfestival’ hoe het de andere deelnemers is vergaan. Koop het via deze link.