Het Eurovisiesongfestival week voor de tweede keer uit naar de heilige stad Jeruzalem. Net als twintig jaar geleden organiseerde de omroep IBA de show vanuit het International Convention Center. Dat is de langste periode ooit tussen twee edities in dezelfde zaal. De vierenveertigste editie vond ook erg laat plaats, op de laatste zaterdag van mei: de IBA was het nooit eens geraakt met het team dat het songfestival vorm moest geven, en had vrij laat nog een ander team aangenomen dat vanaf nul begonnen was. Sowieso was het lange tijd nog maar de vraag of Israël wel gastland zou zijn: de Israëlische regering was niet al te scheutig om te sponsoren, en orthodoxe joden hadden protesten aangekondigd na de zege van de ‘onzedige’ Dana International die daardoor de veiligheid in gevaar brachten. De BBC stond klaar om de organisatie opnieuw over te nemen, maar uiteindelijk kwam alles goed en vond de wedstrijd gewoon plaats in het International Convention Center, dat op twintig jaar tijd een zeer kleine locatie voor het Songfestival geworden was.
Over 1999
Dit Songfestival betekende de start van een hele reeks wijzigingen in het reglement: na aanhoudend protest van verschillende delegaties over het overdadige succes van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Malta, de enige landen die in het Engels mochten zingen, werd beslist om elk land de vrijheid te geven in welke taal het een liedje wilde insturen. Verder besloot de IBA ook om geen orkest in te huren, om zo kosten te drukken. Muziek mocht nog live gespeeld worden op het podium, maar de overgrote meerderheid koos voor muziek die op band stond. Velen blijven deze beslissing tot op de dag van vandaag betreuren, maar het orkest was wel degelijk voorgoed afgeschaft. Een andere regel die bij sommigen op protest blijft stuiten, was de invoering van de Big 4 of Grote 4: de omroepen uit Spanje, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk mochten als grootste geldschieters van de EBU niet ontbreken op het Songfestival, waardoor werd beslist dat zij vanaf 2000 elk jaar mochten deelnemen in de finale, ongeacht hun afgelopen resultaten.
De uitzending begon met een kort animatiefilmpje dat de kijker doorheen Europa naar Jeruzalem gidste. Na een lange wandeling kwam de kijker in de zaal. Een zoveelste nieuwigheid, en een die pas veel later herhaald zou worden, was dat er niet een, niet twee, maar wel drie presentatoren waren: Dafna Dekel, die in 1992 Israël had vertegenwoordigd met Ze rak sport, Sigal Shahamon, een populair model en actrice, en Yigal Ravid, een nieuwslezer, werden alle drie aangesteld om de avond in goede banen te leiden. Met z’n drieën staken ze een erg lange speech af in het Engels, Frans en Hebreeuws, inclusief verwijzingen naar Terry Wogan, die dit jaar weer gewoon commentator was, Gali Atari, winnares uit 1979, Dana International en veel meer. Nadien begonnen de liedjes. De postkaartfilmpjes waren komisch bedoelde interpretaties van bekende godsdienstige verhalen, zonder enige link naar het komende land. Het podium was dit jaar geïnspireerd op de zon, met centraal een halve cirkel met balken die zonnestralen voorstelden en konden bewegen en verkleuren naargelang het nummer.
Dafna Dekel, Sighal Shahamon & Yigal Ravid
Dit jaar mochten er ‘maar’ 23 landen deelnemen, en werd er gekeken naar de puntengemiddeldes van de afgelopen vijf Songfestivals om te bepalen wie wel en niet mocht deelnemen. Toch was het nog een hele stoelendans om bij de uiteindelijke deelnemerslijst te komen: Griekenland, Zwitserland, Slovakije, Hongarije, Roemenië, Finland en (VJR) Macedonië vielen allen af. Denemarken, IJsland, Oostenrijk en Bosnië & Herzegovina namen na een jaartje gedwongen afwezigheid weer deel. Rusland mocht niet deelnemen omdat de omroep het Songfestival vorig jaar niet uitgezonden had, en moest als straf een extra jaar bankzitten. Letland wilde debuteren, maar besloot op het laatste nippertje toch nog een jaar te wachten. Zo kwam er een plek vrij voor Hongarije, maar die omroep besloot de wedstrijd voor bekeken te houden, waardoor Portugal alsnog mocht meedoen.
Litouwen nam voor het eerst in vijf jaar nog eens deel, en mocht meteen de avond openen. Zangeres Aistė zong in een Litouws dialect, het Samogitisch, maar liet geen grote indruk na. De Spaanse Lydia ontving de Barbara Dex Award voor lelijkste ouftit, en bovendien eindigde ze ook nog eens op de allerlaatste plaats. Het Verenigd Koninkrijk kon evenmin overtuigen met de meidengroep Precious: voor het eerst sinds 1987 eindigden de Britten buiten de top tien van het klassement. Ook Malta en Ierland zagen hun Engelstalig alleenrecht aan hun neuzen voorbijgaan, en kelderden naar de lagere regionen van het klassement.
Twee landen stuurden oudgedienden, beide uit ex-Joegoslavië: Slovenië werd net als vier jaar terug vertegenwoordigd door Darja Švajger, maar nu met minder succes, en Kroatië had Doris Dragović afgevaardigd, die in 1986 voor het grotere vaderland nog had deelgenomen. Als begeleiding van haar nummer Marija Magdalena waren er mannenstemmen op de synthesizer opgenomen, maar hoewel de muziek op band mocht staan, moest de zang 100% live blijven. De Noorse delegatie had protest aangetekend, en Kroatië werd gesanctioneerd: voor het berekenen van hun vijfjaarlijks gemiddelde, zou een derde van de punten worden afgetrokken. De feitelijke positie die Dragović behaalde, een puike vierde, bleef ze echter behouden.
In Bosnië & Herzegovina en Duitsland moest er na de nationale voorronde nog een andere winnaar aangeduid worden, omdat in beide landen de oorspronkelijke winnaars al eerder uitgegeven waren. Het legde beide landen geen windeieren: de Bosniërs werden zevende met een lied deels in het Frans, de Duitsers zelfs derde met een lied gezongen in het Duits, Engels, Turks en Hebreeuws door de Duits-Turkse groep Sürpriz. De twee favorieten van de avond waren IJsland en Cyprus, die vlak na mekaar kwamen. De IJslandse Selma pakte een groot deel van de telestemmers in met haar uptemponummer All Out of Luck, maar Marlain uit Cyprus kreeg enkel een aalmoes uit Britse hoek en werd zeer teleurstellend voorlaatste. Veel meer succes was er voor de volgende kandidate, de Zweedse Charlotte Nilsson. Met het solide Take Me to Your Heaven wist zij wél een meerderheid van de kijkers thuis te charmeren.
Charlotte Nilsson
België en Nederland
België werd vertegenwoordigd door Vanessa Chinitor. Zij had op 28 februari de voorronde Eurosong ’99 gewonnen, die was voorafgegaan door drie voorrondes met als kandidaten onder meer K3 en Belle Perez. De winnaar van elke voorronde en de runner-up met de meeste punten gingen naar de finale, waar ze vier reeds geplaatste artiesten vervoegden. In alle uitzendingen stemden een professionele jury, een persjury, twee radiojury’s (80%) en het publiek (20%). Like The Wind won overtuigend en mocht naar Jeruzalem. België kreeg de gevreesde tweede startplek toebedeeld, maar deed het voor Belgische normen niet onaardig: Chinitor eindigde gedeeld twaalfde, pal in het midden van het klassement.
Vanessa Chinitor
Nederland werd vertegenwoordigd door zangeres Marlayne, niet te verwarren met Marlain die tenonder ging onder Cypriotische vlag. Op 14 maart had zij met overmacht het Nationaal Songfestival gewonnen, waar een professionele jury en televoting elk 50% inspraak hadden. In Jeruzalem gold ze als een favoriete, en na de vierde plek vorig jaar zaten de Nederlanders op rozen. One Good Reason eindigde nog verdienstelijk achtste, maar toch werd er iets meer verwacht van de inzending.
Marlayne
De pauze en de punten
Na de pauzeact, een videoclip en live optreden van Dana International die Stevie Wonders Free coverde in een poging er een nieuwe grote hit uit te laten voortvloeien, was het tijd voor de stemming. Die was tot aan het laatste land toe een spannende strijd tussen Charlotte, Selma en Sürpriz, maar wat vooral opviel was de stemming voor de buren: de Scandinavische landen waren erg aardig voor elkaar, net als de Balkanlanden en de Lage Landen. Turkije kreeg voor het derde opeenvolgende jaar de topscore van Duitsland, Portugal kreeg twaalf punten van Frankrijk, maar verder niets. Nu al werd duidelijk dat televoting de landen net vriendelijker maakte voor hun buren dan de inmiddels verouderde jurystemming – op Litouwen, Turkije, Ierland en Bosnië & Herzegovina na gebruikte elk land televoting.
Het scorebord
Wat het ook zij: Zweden had voor de vierde keer gewonnen, maar Take Me to your Heaven haalde zelfs in eigen land de top van de hitlijsten niet. Dana International viel op de grond toen ze de zware trofee aan haar Zweedse opvolgster wil geven. Voor de allereerste keer sloot de uitzending niet af met de reprise van de winnaar: voor de slachtoffers van de oorlogen in onder meer Kosovo, kwamen alle kandidaten het podium op om een Engelstalige versie te zingen van Hallelujah, de winnaar van 1979. En zo werden de Songfestivals 1979 en 1999 in dezelfde zaal én met hetzelfde nummer afgesloten.