Twee dagen na de halve finale stonden de schijnwerpers opnieuw op het Palace of Sports voor de finale van het 50e Eurovisiesongfestival. De feestelijkheden daarvoor waren niet tijdens deze uitzending merkbaar, maar wel tijdens een speciaal feestprogramma dat in oktober 2005 vanuit Kopenhagen uitgezonden zou worden. In de finale werd er halfweg de liedjes enkel wat reclame gemaakt voor het eerste officiële boek over het Songfestival ooit, geschreven door John Kennedy O’Connor.
Over 2005
Net als vorig jaar begon de finale met de winnares van het vorige jaar die een verkorte reprise van zowel haar winnende nummer als haar nieuwe single bracht. In het geval van Ruslana ging het respectievelijk om Wild Dances en Heart On Fire. Ze zou nog terugkeren bij de pauzeact en tussen de puntentelling door, om artiesten te interviewen in de greenroom. Naar verluidt had de Oekraïense omroep haar overwogen als presentatrice, maar bleken haar slechte Engelse capaciteiten haar kandidatuur parten te hebben gespeeld. De televoting werd geopend door twee Oekraïense boksers, Vitali en Wladimir Klitschko. Maar de presentatie gebeurde vooral door Maria Efrosinina en Pavlo Shylko, die zich doorheen de avond schreeuwden in het Engels en hun versie van het Frans. Na de gebruikelijke openingswoorden, begonnen de liedjes.
Maria Efrosinina & Pavlo Shylko
In de halve finale waren vijftien landen afgevallen, en in de finale bleven er nog 24 over. De landen van de Grote 4 deden het dit jaar erbarmelijker dan ooit tevoren, en bezetten de vier laagste plekken in het klassement. De Britse Javine was nochtans een favoriete, en de Duitse Gracia had feitelijk niet eens mogen deelnemen: haar producer had zelf massaal veel singles gekocht van zijn pupil, zodat ze toegang kreeg tot de Duitse Songfestivalvoorronde en uiteindelijk het ESF zelf. Al die moeite ter spijt eindigde Run & Hide op de allerlaatse plaats. Slechts één plek boven de Grote 4 eindigde gastland Oekraïne. Dat had de eerst zeer politieke tekst van het lied Razom nas bahato moeten wijzigen op aandringen van de EBU, maar de act liet nog steeds niet veel aan de verbeelding over. De kijker was echter genadeloos en liet ook de gewijzigde boodschap links liggen.
Op een land na haalden alle landen uit de halve finale de eerste helft van het klassement. Enkel (VJR) Macedonië werd ‘slechts’ zeventiende. Denemarken tuimelde enkele plekken naar beneden en werd nu negende, en ook Roemenië pakte nu maar het brons. Shiri Maimon uit Israël steeg dan weer drie plekken, en vooral de Letten deden goede zaken: Walters & Kazha illustreerden hun vredeslied The War Is Not Over met gebarentaal, en in combinatie met een uitstekende loting, aten de telestemmers plots uit hun gebarende handen.
Drie landen stuurden artiesten met ervaring: Constantinos Christoforou was in 1996 negende en in 2002 zesde geëindigd, maar werd nu achttiende. De andere twee ex-kandidaten vormden de top twee van de avond: Malta werd net als in 1998 vertegenwoordigd door zangers Chiara, die toen derde was geëindigd en het nu een plekje beter deed. Haar overwinning in de voorronde was omstreden omdat ze in een deel van het eiland niet uitgezonden was geweest door een storing. Maar met Angel pakte ze een groot deel van de televoters in en werd ze puik tweede. Helena Paparizou had in 2001 deelgenomen als lid van de groep Antique, en nu nam de Grieks-Zweedse opnieuw deel voor Griekenland, maar dan solo. Een gelikte dansact leverde My Number One het leeuwendeel van de stemmen op, al was de overwinning minder klinkend dan vorig jaar en lagen de punten veel meer uit elkaar.
Helena Paparizou
België en Nederland
Zowel België als Nederland waren uitgeschakeld in de halve finale en mochten zo niet deelnemen aan de finale van het ESF 2005.
De pauze en de punten
Na een gevarieerde pauzeact met percussiemuziek, gedans en nog meer schermtijd voor Ruslana, begon de stemming, die dit jaar nog langer duurde door de extra landen. De landen stemden op startvolgorde: eerst alle niet-geplaatste landen uit de halve finale, en dan de 24 finalisten. De puntentelling verliep erg chaotisch met punten die in het rond werden gestrooid over het hele scorebord, en na een korte strijd tussen Letland en Griekenland, waren het vooral de 24 finalisten die resoluut hadden gestemd op Helena Paparizou.
Het scorebord
Met een score van 6,05 punten per land werd het ook de minst gewaardeerde winnaar tot hiertoe qua puntengemiddelde. My Number One werd natuurlijk een hit in Griekenland en Zweden, maar brak elders niet al te veel potten. Maar het was al de vijfde keer op rij dat een nieuw land het Songfestival won en mocht organiseren – en het was nog niet voorbij.