Analyse
Is televoting ook op het Songfestival aan vervanging toe?
Afgelopen weekend konden de kijkers van het Junior Eurovisiesongfestival voor het eerst via het internet meestemmen, en helemaal niet meer per telefoon. Mogen we zo’n radicale wijziging binnenkort ook op het Songfestival verwachten – en hoe zou dat in de praktijk kunnen werken?
Zoals we vorig jaar al schreven is het JESF is al jaren een zandbak voor de EBU, waarin nieuwigheden worden getest op letterlijk en figuurlijk kleinere schaal alvorens ze worden losgelaten op het grote ESF. Dat wordt bewezen door een interview van partnersite ESCDaily met Executive Supervisor Jon Ola Sand, die aangeeft dat ook het nieuwe stemsysteem bewust eerst in de JESF-zandbak heeft mogen spelen: ‘We zijn heel blij met het huidige stemsysteem. Maar de digitale ontwikkeling zet zich voort, dus wie weet? Daarom vinden we het goed om dit hier te testen en om het zo later mogelijk uit te rollen op het Songfestival.’
Publieksstemming door de jaren heen
De rol van het publiek op het Songfestival als doorslaggevende factor bestaat al langer dan menig fan denkt. Al tijdens het vierde ESF, in 1959, werd het expliciet verboden voor muziekprofessionals om deel uit te maken van de vakjury’s, en moest het in elk land gaan om ‘gewone mensen’ die als een afspiegeling van het publiek werden beschouwd. In die zin is er al bijna zestig jaar lang sprake van publieksstemming op het ESF.
Televoting, stemmen per telefoon, werd ingevoerd tijdens het Songfestival 1997, al hadden er toen slechts vijf van de 25 deelnemende landen ingetekend en gebruikten de andere landen nog steeds jury’s. Een jaar nadien was het aantal landen dat géén televoting gebruikte al op een hand te tellen, en vanaf 2004 werd het verplicht in elk deelnemend land met een voldoende uitgebouwd telefoonnetwerk. Sinds 2001 is het ook mogelijk om te stemmen via sms, en in 2013 werd de officiële app gelanceerd waarmee stemmen ook mogelijk was – al gebeurde dat nog niet in elk land gelijktijdig en werd er zeker in het begin flink gemord over technische problemen. Tot nader order is het dus mogelijk om tijdens het Songfestival te stemmen per telefoon, sms en app. Wat er precies met die stemmen gebeurt, legt de EBU zelf uit in onderstaand filmpje uit 2014:
Best practices
Een plotse afschaffing van televoting in de huidige vorm, een jaar zonder publieksstemming en dan plots enkel internetstemming. Het gebeurde allemaal tijdens de afgelopen twee Junior Eurovisiesongfestivals, maar zo’n radicale wijziging lijkt onwaarschijnlijk op het ‘gewone’ Songfestival. Telefoonstemmen zullen niet onmiddellijk verdwijnen. Maar dat betekent niet dat er geen modernere alternatieven naast kunnen bestaan. In twee landen, Zweden en Letland, kan het publiek ook op een andere manier meestemmen. Een blik op twee relevante, momenteel bestaande best practices.
In Zweden kan er sinds 2015 worden meegestemd via de app van Melodifestivalen, op een compleet andere manier dan via de app van het ESF. Terwijl de liedjes tijdens de liveshows opgevoerd worden, kunnen kijkers naar eigen goeddunken nul tot vijf hjärtröster (‘hartstemmen’) geven aan elk liedje. Elke ‘hartstem’ heeft dezelfde waarde als een gewone telefoonoproep of sms, maar is wel helemaal gratis. Na alle liedjes gaan de lijnen open en kan er op de vertrouwde manier worden gestemd. Alle stemmen worden opgeteld om tot het eindresultaat te komen, wat betekent dat vijf betalende telefoontjes of sms’jes gelijk staan aan vijf gratis ‘hartstemmen’.
De omroep SVT maakt niet bekend hoeveel van de stemmen ‘hartstemmen’ en gewone oproepen en berichten zijn, maar de wijziging heeft geleid tot twee grote wijzigingen. Ten eerste steeg het aantal stemmen logischerwijs aanzienlijk. Sanna Nielsen won Melodifestivalen 2014 met 307.788 stemmen in de finale. Dit jaar kreeg Robin Bengtsson er 1.435.963 – en hij eindigde slechts tweede in de televoting. Dat leidt automatisch tot de volgende wijziging: de stemmen van het publiek liggen ook beduidend dichter bij elkaar, omdat veel kijkers geneigd lijken veel ‘hartstemmen’ toe te kennen aan verschillende of zelfs alle artiesten. In 2014 kreeg het lied dat laatst eindigde in de finale 3% van de stemmen, en de winnaar 25,8%. Dit jaar lagen die percentages angstvallig dicht bij mekaar: 6,2% en 10,9%. Dat leidde hier en daar tot de kritiek dat de punten van de publieksstemming, die worden geconverteerd van de percentages naar punten om even zwaar door te wegen als de juryresultaten, op die manier veel minder zwaar doorwegen, omdat elk lied bijna evenveel punten krijgt.
In Supernova, de songfestivalvoorronde in Letland, wordt sinds dit jaar ook rekening gehouden met de populariteit van de deelnemende songs op Spotify. De organisatoren van de nationale finale werken daarvoor samen met Spotify en het muziekconcern Universal Music Group. Het publiek stemt er op drie verschillende manieren, die alle drie even zwaar doorwegen. Ten eerste op de oude, vertrouwde manier, via telefoon en sms. Ten tweede via het internet, zoals ook bij het JESF gebeurde afgelopen weekend. Ten derde door te luisteren naar de songs op Spotify. De resultaten van de drie verschillende en uiteenlopende stemmethodes worden in percentages gegoten en vervolgens opgeteld, om dan in een eindpercentage gegoten te worden. Triana Park won de finale dit jaar met 60,74% van de internetstemmen, 57,87% van de telefoon- en sms-stemmen en 36,07% van de luisterbeurten op Spotify – opgeteld ging het om een eindpercentage van 51,56%. Ook bij het Italiaanse muziekfestival van Sanremo worden de stemmen van verschillende jury’s al samengevoegd in percentages, en daar gaat het zelfs om stemmen van zowel jury’s als de kijkers thuis.
Ook het Letse systeem heeft zijn zwakke plekken: een nummer beluisteren is geen garantie dat je het daadwerkelijk goed vindt, wat voor misleidende resultaten kan zorgen. Maar vooral in het oog sprong vermoedelijke fraude met luisterbeurten, zo meldde de omroep zelf. Zo werd een van de deelnemende songs plots ruim 3000 keer beluisterd in een Amerikaans dorpje met evenveel inwoners, dat er bovendien om bekend staat wel erg kwistig te zijn met Spotifygebruik.
Doos van Pandora
Het Zweedse noch het Letse televotingmodel is perfect, maar ze bieden beide wel vernieuwing aan die we binnen afzienbare tijd ook terug zouden zien op het Songfestival. Ingrepen als Spotifyluisterbeurten laten meetellen of vijf gratis ‘hartstemmen’ per song kunnen een potentiële doos van Pandora openen, waar de EBU het liefst zover mogelijk vandaan wil blijven. Het toestaan om op de inzending van het eigen land te stemmen, zoals kon tijdens het Junior Eurovisiesongfestival dit jaar, lijkt ook eerder onwaarschijnlijk op dit moment. Maar een nieuw systeem à la ‘hartstemmen’ met de app tijdens de optredens lijkt al realistischer. Omdat alle stemmen per telefoon, sms en app momenteel ook al worden samengeteld om tot punten van een tot twaalf te komen en daarbij niets met percentages gedaan wordt, kan het dus ook verdedigd worden om daarbij nog ‘hartstemmen’ op te tellen en die stemmen in harmonie naast elkaar te laten bestaan.
Maar dat hoeft ook niet, natuurlijk. In Zweden wordt er op een compleet andere manier gestemd per telefoon en sms en per ‘hartstem’, maar toch worden die punten samengevoegd. Door het onderscheid te maken en dus twee ranglijsten van publieksstemming te hebben, is het geheel al evenwichtiger. In dat geval kan er mogelijk worden gewerkt met percentages die opgeteld worden om tot een eindpercentage te komen, zoals in Letland al het geval is. Mogelijk kunnen er ook nog eens internetpunten bijkomen, zoals de Letten én het JESF 2017 ook al doen, wat tot drie ranglijsten leidt die opgeteld kunnen worden. En toeval of niet: daarop kunnen we naadloos onze eerdere suggestie aansluiten om de televotingpunten op het Songfestival op een radicaal andere manier toe te kennen. Niet puur op basis van de rangschikking, met twaalf punten voor de nummer een, tien voor de nummer twee enzovoort, maar op basis van percentages. Hoe dat volgens ons werkt, lees je in onze eerdere analyse over de resultaten van het Songfestival 2017. Daarin vind je ook terug dat Italië het enige land is dat momenteel percentages van zijn telefoon- en sms-stemmen bekendmaakt – bij alle andere landen moeten we het enkel met de officiële rangschikkingen van de EBU stellen.
‘Je t’adore’ wint
Een voorbeeld van het alternatief stemsysteem vind je terug in onderstaande tabel, met de laatste twintig Belgische Songfestivalinzendingen in de hoofdrollen. Voor de duidelijkheid: alle resultaten zijn volledig willekeurig bepaald. Er is dus een aparte stemming via het internet (zoals in Letland en op het JESF), via de app via ‘hartstemmen’ (zoals in Zweden) en via telefoonoproepen en sms-berichten. De uitslagen worden in percentages gegoten, en daarvan wordt het gemiddelde genomen om het eindpercentage te bepalen. Het land dat daarin het hoogst scoort, krijgt uiteindelijk twaalf punten van het publiek, het tweede tien punten, enzovoort.
Voor sommigen zal al het bovenstaande vast en zeker een nodeloos ingewikkeld en misschien zelfs ronduit nutteloos systeem lijken, dat iets wil repareren dat helemaal niet gebroken is. In het beste geval reiken we hiermee enkel een alternatief aan om het Songfestival ook in de toekomst toegankelijker en laagdrempeliger (want goedkoper) te maken voor de nieuwe generatie kijkers om te blijven kijken én te stemmen, en de verschillende manieren van stemmen op een eerlijke en vergelijkbare manier samen te tellen, zonder evenwel te raken aan hét fundament van de songfestivalpunten: een tot twaalf, zonder negen en elf.
Deze wijziging zou niet eens zo ingrijpend zijn als je zou denken. Momenteel zijn de punten van de televoting per land ook al een samenraapsel van stemmen per telefoonoproep, sms-bericht of stem via de app. Op deze manier worden ze enkel evenwichtig opgeteld als volwaardige stemprocedures naast elkaar, en zou je nog kunnen argumenteren dat ook de stemmen per telefoon en sms apart opgeteld kunnen worden (al dan niet in percentages). Eén voorname reden waarom omroepen niet al te happig zouden zijn op internetstemmen is omdat ze gratis zijn. De telefoontjes en sms’jes vormen voor veel omroepen een belangrijke kostenbron om hun deelnamegeld deels te recupereren.
Het laatste woord
Tot slot nog even terug naar het Junior Eurovisiesongfestival 2017. De ingevoerde internetstemming daar verliep met enkele opvallende nieuwigheden: er kon al twee dagen voor de liveshow worden gestemd, iedereen moest op drie tot vijf landen stemmen, stemmen op het eigen land was mogelijk, en bovendien: alle stemmen werden samengeteld en geconverteerd naar percentages. In tegenstelling tot in bovenstaand model, waarbij de stemmen nog per land worden gescheiden, werden ze bij het JESF allemaal, uit alle landen, op één hoop gegooid en geconverteerd naar percentages. Dat leidt ertoe dat landen met meer inwoners met internettoegang waar het (Junior) Eurovisiesongfestival populairder is, automatisch bevoordeeld worden in de punten, want het is zeer waarschijnlijk dat daar actiever gestemd wordt – en dus ook op het eigen land.
De talloze gerapporteerde technische problemen die kijkers gisteren meldden toen ze tevergeefs probeerden te stemmen, zullen ervoor zorgen dat de internetstemming niet snel als enige stemsysteem zal worden ingevoerd op het Eurovisiesongfestival. Maar de EBU zal zeker proberen het systeem te verbeteren, dus het laatste woord over stemmen via het web is allesbehalve gezegd.
Wat vind jij? Moeten stemmen ook kunnen op de Zweedse manier, en/of via het internet? Is er nog plaats voor ‘oude’ telefoontjes en sms’jes? En hoe moeten de punten worden opgeteld? Laat het ons weten!